Avondschemering(1828)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Zuiverheid. Laat zuiverheid van hart uitblinken op 't gelaat, Zich toonen in gebaar, in zeden, in gewaad. Die rein van boezem is, heeft afschuw van 't onreine, In 't stoflijke als den geest, in 't grootere en in 't kleine: Onreinheid heeft haar grond in traagheid, bron van leed, Die onlust, wrevel teelt, en eer en deugd vergeet, Onvatbaar voor genot, en schuw van plichtbetrachten, Zich-zelv ten last is en Gods weldaân leert verachten. Beef, jongling, dat ge in 't hart haar ooit een schuilplaats geeft; En, grijzaart, zoo ze u treft, gevoel u uitgeleefd! 1825. Vorige Volgende