Avondschemering(1828)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Droomen. Een droom en waarheid, wat verschillen zy op de aard? De droom wordt voortgebracht door zintuigprikkelingen; Maar 't denkbeeld dat men vormt van waar het oog op staart, Of wat het oor, gevoel, of reuk, of smaak ontwaart, Is meê 't gewrocht in ons van d' indruk dien we ontfingen. 't Is alles zelfgevoel; de waarheid, buiten ons. Te kennen eischt een God, het onze slechts is droomen; Wat wiegen we ons in slaap op 't zinnenvleiend dons, En doen in sluimerzucht ons 't leven-zelf ontstroomen? Wat stellen we in den droom ons welzijn, heel ons doel? Voorbygaande is die schim by 't naadrend morgengloren. Neen, houde ons bloed zich kalm by 't zwevend zingewoel; 't Ontwaken zal en de angst en 't valsch genot verstooren, En dan zal 't Waarheid zijn, waar in de ontbonden geest Door heel 't geschapendom Gods alvolmaaktheid leest. 1826. Vorige Volgende