Avondschemering(1828)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Onbekookte geleerdheid. O welk een overvloed van wijsheid! welk een tijd! Wie lust heeft kan zich thands tot aan de keel verzaden. Ja, alles hikt en rispt van 't eindloos overladen By zwelgen waar m' in stikt en altoos dorst by lijdt. Ja, is 't geen overvloed, voor 't minst is 't overvloeiing: De maag verkropt, verteert, en overvat het niet. 't Verzuurt en wordt tot schuim door onbewerkte broeiing, En borlend gist het op en wemelt, bruischt en ziedt. 'k Gun elk die volheid van door één gesmeten kost; Maar hou me aan 't sober maal van onzer Vaadren dagen. Zy spijsden doch met maat, en geen verkrachte magen Verdierven tot een last wat voeding geven most. En praalt de gulzigheid op 't roekloos dus verbraste; Men slikke en stikk' er in zoo veel men wil of kan! 'k Mag lijden dat m' er hond of katten op vergaste; Voor my, ik heb een walg daar van. 1827. Vorige Volgende