Avondschemering(1828)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Toevlucht. Bezweken in den prang der knellende aardsche banden; Verplet door 't zondepak op hals en hoofd getast; Een ledig wrak gelijk, onttakeld en ontmast, Ontdreef ik 't golfgeklots om op een klip te stranden. Maar, by Uw doornenkroon en wreed doorboorde handen En 't bloed dat uit Uw zijde en langs het kruishout plascht, Is toevlucht voor 't berouw in wroegings zwaarste last, Ach, open my dien weg; ik heb Uwe onderpanden. Wend in rechtvaardigheid Uw heilige oogen niet Naar 't opgehoopt vergrijp, maar, Heiland, hoor mijn smeeken, Wat stervling zal bestaan wilt Ge onze zonde wreken? Maar wasch me in 's levens stroom die uit Uw wonden vliet, En, algenadig God, Verhoorder der gebeden, Red me en van 't erflijk kwaad en 't wilvol overtreden! Na Michel Angelo gevolgd. 1827. Vorige Volgende