Gedichten voor kinderen(1824)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Moedwil. Eens brak de wilde Ferdinand Zijn fraaije zweep aan stukken; Toen zocht by fluks zijns broeders zweep (Die hy met beide handen greep,) Hem met geweld te onttrukken. De brave Willem stond er by, Wien zulk een onrecht griefde: Hy haastte zich naar Ferdinand, En nam hem minzaam by de hand, Met broederlijke liefde. Bedenk (dus sprak hy) wat gy doet, En vraag uw eigen harte! Toen laatst een makker by u kwam, Die met geweld uw speelgoed nam, Of dit u toen niet smartte? [pagina 34] [p. 34] Gelukkig, was de wilde knaap Gevoelig voor 't vermanen: Hy bloosde; zag met schaamte neêr, En gaf zijn broeder 't zijne weêr, Met de oogen vol van tranen! Toevallig kwam zijn Vader aan, Die gaarne braafheid loonde. Hy prees des braven Willems aart; En Ferdinand kreeg zweep en paard, Om dat hy rouw betoonde! [pagina t.o. 34] [p. t.o. 34] Moedwil. Toevallig kwam zijn Vader aan, Die gaarne braafheid loonde. bl. 34. Vorige Volgende