De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– AuteursrechtvrijVerjaargroet aan mijne nicht,
| |
[pagina 409]
| |
Maar in verband met die bestemming
Is 't aanzijn dierbaar hier op aard,
Ook in de bangste hartbeklemming,
En blijft een gift den Gever waard.
Wel u die in de school van 't lijden
Hoe fel de noodvlaag om u stormt,
In gunst geroepen zijt tot strijden
En voor den hemel wordt gevormd.
Met David roemende in verdrukking,
Acht gy het alles voor genâ,
En slaat met stille zielsverrukking
Des Heilands trouwe leiding gâ.
Gy treurdet om de dierste panden,
Maar weent met onderworpen hart.
God eischt ze ons af als offerhanden,
Maar slaat geen wond alleen tot smart.
Wat hier gezaaid wordt in verderving
Wordt opgewekt in heerlijkheid,
En zalig is de rustverwerving
Terwijl gy 't wederzien verbeidt.
Te leven voor uw dierbre gade,
Al zij 't in smart en zielsverdriet,
Is mede weldaad van genade,
En wie gelooven, haasten niet.
Wat zal u 't vriendenhart dan wenschen,
ô Gy die op den distelbaan
Uw levensbloem hebt zien verflenschen,
Ja door den stormwind nederslaan?
| |
[pagina 410]
| |
Dan neen! dat mag ik u niet vragen,
Die in den wil van God berust.
En 't kruis den Heiland na te dragen
Zoudt kiezen voor de hoogste lust.
Wat smeek ik dan den Ongezienen
Dat u van Hem geschonken word'?
Zijn raad bemoedigd uit te dienen,
Met sterkte van omhoog omgord.
|
|