De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2
(1859)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– AuteursrechtvrijMollys droom.Ga naar voetnoot*Een flaauwe straal der bleeke maan
Verzilverde den top der boomen,
En speelde op 't zachtjens vlietend nat
Van Liffijs kristallijnen stroomen.
Daar lei zich Molly neêr ter rust,
Met hangend hoofd en weenende oogen:
Haar Sandy (ach!) was verr' verreisd,
En, met hem, al haar heil vervlogen.
Haar boezem kende rust noch duur:
‘Ach, waar my Sandy weêrgegeven!’
Zoo zucht zy, als ze op 't onverwachtst
Heur Sandy voor haar oog ziet zweven!
Maar ach! niet minlijk als voorheen:
Zijn oog was hol, en bleek zijn kaken;
En siddrend treedt hy voor zijn bruid,
Om haar zijn lot bekend te maken!
| |
[pagina 114]
| |
‘ô Molly, dierbre, ik rust in 't stof,
Daar waar geen oog my na kan speuren:
Ik slaap in 't diepst van d' Oceaan:
Staak, (sprak hy) staak uw vruchtloos treuren.
Drie dagen blies de stormwind fel,
En de afgrond grijnsde ons ijslijk tegen:
Den vierden ging ons schip te grond,
Toen heeft uw Sandy rust verkregen.
Die zelfde dag rukte ons van een,
Die ons voor eeuwig moest vereenen.
Maar 'k minde u tot mijn laatsten snik;
Dus, Molly, staak uw vruchtloos weenen.
Maar, dierbre maagd, houd u gereed:
Wy zullen haast te samen wezen
In 't zalig oord, waar zuivre min
Geen eind of scheiding heeft te vreezen!’
Hy spreekt: de haan verkondt den dag.
Ze ontsluit het oog: hy is verdwenen:
Maar zachtjens fluistert nog zijn stem:
‘ô Teedre Molly! staak uw weenen!’
1800.
|
|