Seer scoon ende suyver boeck, verclarende die mogentheyt Gods, ende Christus ghenade, over die sondighe menschen
(2007)–Anna Bijns– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 104]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[Refereyn.]OM doude ghewoonte / te onderhoudene
Soe moet den geest nieuwe jonste baren
Dat de vrientschap niet en schijnt te vercouwene
Soe wensch ick mijnen vrienden / sonder beswaren
Peys en vre die denghelen met blijden maren
Den Herders vercondichden / met soeten sangheGa naar margenoot+
Goetwillighe herten laet trueren varen
Hy is ons gheboren soe schriften verclarenGa naar margenoot+
Daer douders naer hadden gheroepen langhe
Sondighe mensche / zijt ghy van herten banghe
Siende conscientie belast van binnenGa naar margenoot+
Loopt naer tcribbeken metten gangheGa naar margenoot+
Op dat elck volcomen troost / ontfanghe
Van onsen verlosser / mensch werden uut minnen
Wilt altesamen een nieu leven beginnen
En wilt afworpen dout sondich snevenGa naar margenoot+
Soe sult ghy metten nieuwen Coninc gewinnen
Een vrolijck nieu jaer / en een duechtlijck leven.
Weest dit nieu Jaer in duechden wackereGa naar margenoot+
En laet u oock gheenen arbeyt verdrieten
Trecket out oncruyt uut uwen AckereGa naar margenoot+
Wilt donvruchtbaer / eerde met traenkens begieten
Soe mogender plantkens van duechden schieten
Wilt den tijt der ghenaden niet versuymenGa naar margenoot+
Wilt ghy der menscheyt Christi ghenieten
Want wat sout ons baten / dat wy Christen hieten
Als wy leefden naer der Heydenen costuymenGa naar margenoot+
Metten ouden aer laet vallen doude pluymen
En wilt aentrecken / een nieu habijtGa naar margenoot+
Doet Christum ane / wilt uut Adam ruymen
Den dach is oppe / wilt niet mee sluymenGa naar margenoot+
Met uus Heeren penninghen doet nu profijt
Graefse niet in deerde / oft u naect verwijtGa naar margenoot+
Want hy sal meer eysschen dan hy heeft ghegeven
Ghy sult vercrijgen / eest dat ghy u wel quijt
Een vrolijck nieu jaer / en een duechtlijck leven.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ghy en derft niet vreesen / leeft ghy duechdelijcGa naar margenoot+
Een vrolijck nieu Jaer ons sekerlijck naeckt
Een puer conscientie / is altijt vruechdelijckGa naar margenoot+
Daer een quade eewige bitterheyt smaecktGa naar margenoot+
ChristusGa naar voetnoot29 Jesus / heeft ons uut liefden hermaecktGa naar margenoot+
Van dooden levende door zijn incarnatieGa naar margenoot+
Op dat van ons sou werden versaecktGa naar margenoot+
Alle doode wercken / weerdich ghelaeckt
En dat wy souden leven door zijn gratie
Als kinderen Gods eerlijck / in ons conversatieGa naar margenoot+
Hierom is Christus / een kindeken geboren
Dat hy ons soude door sijn visitatieGa naar margenoot+
Brenghen in deeuwighe jubilatie
Die wy door Adams misdaet / hadden verlorenGa naar margenoot+
Tot levende steenen zijn wy vercoren
In Themels Jerusalem tzijne verhevenGa naar margenoot+
Neemt uwen roep waer / ghy crijcht al vorenGa naar margenoot+
Een salich nieu Jaer / een duechtlijck leven.
Hebt ghy in u lijden gheweest onverduldich
Versoent den heere / door patientie
Hebt ghy in eten in drincken overtuldich
Gheweest / boet datte door abstinentie
Hebt ghy te veel ghesproken / houdt silentie
Hebt ghy uwen naesten / door haet oft envijeGa naar margenoot+
Sijn fame berooft / in sijn absentie
Wilt ghy u vernieuwen door penitentie
Doet hem restitutie / tis noch te tije
Hebt ghy door verwaende hooverdije
U selven ghepresen / ander menschen veracht
Verootmoedicht u / denct niemant / snooder dan ghije
Hebt ghy onsuyverheyt / oft boeverije
Metten wercken gedaen / oft metter herten gedacht
Castijt u vleesch so dat ghijts u voort wachtGa naar margenoot+
Tquaet meer te doene / dat ghy hebt bedreven
Bidt God dat hy u verleen / hy heeft de macht
Een vrolijck nieu Jaer / en een duechtlijc leven.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Besnijdt u herte / dat uwen vyandenGa naar margenoot+
Gheen quaet en jonne / door nijdich bespien
Van quaden wercken bedwingt ooc u handenGa naar margenoot+
En u oogen / dat zy niet onbetamelijc en sienGa naar margenoot+
Snoert oock u tonghe / en wilt haer verbien
Te spreken daer yemant / door mocht werden onstichtGa naar margenoot+
Sluyt u ooren dat si niet en hooren van dienGa naar margenoot+
Daer de ziele door mocht worden gequest misschien
Door de vensteren comt menigen dootlijcken schichtGa naar margenoot+
Sijt ghy kinderen des daechs wandelt in dlicht
Dat God in u wercken wert geglorificeertGa naar margenoot+
Doet aen de wapenen Gods / dat ghy niet en swichtGa naar margenoot+
Inden strijt als u de vyant bevichtGa naar margenoot+
TVleesch u quelt en de werelt tenteertGa naar margenoot+
Met vreesen / en beven / niet en presumeertGa naar margenoot+
Werct u salicheyt / tstaet in Paulo gheschreven
Ghy sult verwerven / ist dat ghy u dus regeert
Een vrolijck nieu Jaer / en een duechtlijc leven.
PRINCE.
Begheert ghy te wesen sHemels besittere
Eert den nieuwen Coninck en dient hem geerneGa naar margenoot+
Rijst met duecht te doene / al duncket u bittereGa naar margenoot+
Naer de suer sloestere / volcht de soete keerne
Luystert naer Gods woort / pijnt dat niet tonbeerne
Merckt hoet de sonden laect / en duechden prijst
Vreest ghy te vallen / inde Helsche Caveerne
Dwoort Gods / is u een claer lanteerneGa naar margenoot+
Het warachtich licht / dat de dolende wijst
Sijt ghy uuten wech der salicheyt gebijstGa naar margenoot+
Wandelt naer Gods woort / tis den rechten regeleGa naar margenoot+
Soeckt te Bethleem dbroot dat de siele spijstGa naar margenoot+
Al u smetten wascht af daer God af grijstGa naar margenoot+
Neempt Christus leven / tot eenen spegeleGa naar margenoot+
Naer Gods geboden / elck zijn wercken pegele
Aldus sal u gheluck / en voorspoet aencleven
God sal u gheven dits eenen vasten zeghele
Een vrolijck nieu jaer / en een duechtlijck leven.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|