Handtboecxken der Christelycke gedichten(1627)–Cornelis Pietersz. Biens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio 59v] [fol. 59v] Conclusie ofte besluyt deses Boecx. WEl aen dan voor besluyt, ghy jongen ende ouden, Ghy grooten ofte kleen, ghy Maechden ende Getrouden, Wie dat ghy wesen meucht die dit mijn schrijven leest: Betrachtet ware vreuchd' gelegen in den Geest: Soeckt eerst het rijcke Godts en sijn gerechticheden, En wilt in uwen tijdt u sinnen hier besteden: 't Lichamelijck genot daer yeder seer na tracht, Sal als een overwerp u werden toe-gebracht: Hy, die u dit belooft, is machtich u te geven De kleed'ren tot het lijf, de spijse tot het leven: Hy, die u dit beveelt is die u herte kendt, Daerom voor alle dingh u herte tot hem wendt. Dit is een corte les dat vele comt vervaten: Dit is u tot een spoor van Christo naghelaten: Dit leerden u de Heer als hy ginck maken condt, Den rechten sin des Wets, des waerheyts vasten grondt: Wanneer hy goedt en quaedt gingh neerstich onderscheyden, En tot des levens Croon een soeten wech bereyden: Soo stelden hy dit selfs als eenen cort verhael, Van 's menschen noodich werck het meerder principael. Oock leeren wy dit selfs, wanneer wy maer bemercken, En innich schouwen aen ons daghelijcksche wercken: Want isser eenich Schip met costelijcke vracht, Dat uyt een verr' ghewest de reyse heeft volbracht. Wy woelen wonder seer, wy loopen ende draven, Wy maken Kabels vast, wy treckent in de haven: En siet het Schuytken cleen men achter slepen doet, Men weet dat dit het Schip van selfs wel volgen moet. Dit sien, dit weten wy, dit can men wel versinnen: Maer in het Geest'lijck werck seer swarelijck beginnnen. De vleeschelijcke sorgh ons al te heftich drijft, Soo datter nau een deel der zielen overblijft: O conden wy de les (hier boven) vlijtich leeren, Wy souden verr' het goedt der zielen meest begeeren: Wy souden soo niet sien op onsen eygen macht: Maer d'oogen innich slaen op Godes gunst en cracht. Op dat ick dan besluyt, laet ons hier wel op achten, En dese corte les voor alle dingh betrachten. Laet ons het noodich Een verkiesen voor het best, En Godes toeversicht bevelen al de rest. Vorige Volgende