Voorwoord
Beste Kinderen,
Vóór jullie dit boekje gaan lezen, wil ik je nog enkele dingen uitleggen, waardoor je het verhaal beter kunt begrijpen.
De Javanen komen oorspronkelijk van Java, vanwaar zij met grote boten naar de West zjjn vervoerd, om daar als contract-arbeiders op de plantages te werken. Zo'n arbeider verdient maar weinig, dikwijls heerst er dan ook grote armoede.
Leliëndaal ligt aan de Commewijne in Suriname (kijk maar in een grote atlas). In Leliëndaal woont een Zendeling. Hij predikt het Evangelie aan de Javanen, die daar in de omgeving leven.
Veel Javaanse kinderen, die geen ouders of verzorgers hebben, wonen bij den Zendeling. Er is een huis voor jongens, en een voor meisjes. Hun huismoeder is in dit verhaal een Surinaamse, juffrouw Nicolina.
De kinderen spreken onder elkaar Javaans, maar op school leren zij Hollands. Zij noemen den Zendeling Doro, en zijn vrouw Doro-njonja (dat beteekent Mijnheer en Mevrouw). Dit boekje vertelt je iets van hun leven.