(1760b, 647, 648) een Lijkdicht onder het opschrift Gedenkteeken, aan zijn nagedachtenis gewijd, onderteekend: Jakobus Andriessen de Waal.
Hij was een theoloog van grondige en omvangrijke kennis der Oostersche talen en productief met de pen, bevriend of althans goed bekend met Alexander Comrie. Toen deze te Zierikzee aan aldaar woonachtige familieleden en ook aan Lette een bezoek bracht, toonde laatstgen. hem zijn boekerij, waar Comrie's aandacht bijzonder getrokken werd door de Dictata van Prof. J. Alberti (vgl. hiervóór Dl. I, blz. 72-82). Begeerig deze in bezit te krijgen, wist Comrie daarna door briefwisseling een voor hemzelf voordeelige ruiling te treffen, waarbij zijn wensch vervuld werd (zie: Honig, Comrie, blz. 74, 75n)).
Lette trad in Febr. 1750 te Valkenburg in het huwelijk met Sophia Nijgh, geb. te Katwijk a. Z., die hem overleefde met een zoon en een dochter. De zoon, Salomon Lette, geb. te Zierikzee 19 Juni 1753 diende later als predikant zes vaderlandsche gemeenten, en overleed als emeritus (laatstelijk van Vlissingen) op 30 Jan. 1828 te Bleiswijk. Zie over dezen: Boekz. 1828a, 218, 219; H.J. Honders, Uit de Historie v.d. Dorpskerk te Wassenaar, blz. 48, 49.)
Portretten van G.J. Lette zijn niet bekend.
Behalve zijn bovengen. acad. dissertatie hebben de volgende geschriften van zijn hand het licht gezien:
[Kabben Zohair] Caab Ben Zoheir Carmen panegyricum in laudem Muhammedis. Item Amralkeisi Moallakah. Cum scholiis, et versione Levini Warneri. Accedunt Sententiae Arabicae Imperatoris Ali. Et nonnulla ex Hamasa, et Diwan Hudeilitarum. Omnia .... edidit, vertit, notisque illustravit. - Praemissa est Laudatio celeberrimi. viri Alberti Schultens. L.B. 1748. 8o. (Nat. Bibl.). - Observationes philologico-criticae in Augustissima Deborae et Mosis Cantica Jud. V et Exod. XV. Ex intimis Orientis Penetralibus illustrata. L.B. 1748. 8o. (Univ.-Bibl. Leid.). - De bevordering van Zions Welstandt. Voorgesteldt en toegepast in eene Afscheidts Redenvoering van de Gem. te Valkenburg over.... 2 Cor. XIII:11. Uitgespr. den 5. July. 1750. Leid. 1750. 4o. - De eerste en noodigste Waarheden v.d. Heyligsten Godsdienst des Euangeliums, ten dienste v.d. Chr. jeugd. Zierikzee. 1757. 8o. - Taalkundige en Godgeleerde Aanmerking over Paulus woorden Rom. V:18. In: Bundel v. Godgel., Oudheid- en Letterkundige Oeffeningen door versch. geleerde mannen opgesteld. Amst. 8o., 5e St. (1758). - Vert.: J.J. Zimmerman, Heilige betragting, behelzende eenige heilzame vermaningen, ter bevordering v.h. waar en wettig gebruik v.h. H. Avondmaal des Heeren, in het Latijn beschreven ten bijzonderen voordeele v. Jonge Leeraren en Beoefenaaren der H. Godgeleerdheid op het Gymnasium v. Zürich. Leid. 1758. 8o. - Animadversiones sacrae ad textum Hebraïcum Veteris Testamenti. Accedit Augustissimum Deborae Canticum Novis et tertiis illustratum. L.B. 1759. 8o. -
Drie Godgeleerde Verhandelingen, over de tijden der verkoelinge (Hand. III:19). Over de langmoedigheid van Christus jegens de Joodsche Kerke, na by haaren ondergang. Matth. XII:20. En over de gelykvormigheid der Godlyke Werken in de Natuurlijke en Geestelyke Waereld zoo de Voorbeeldige als Tegenbeeldige, 2 Petr. III:10-13 in 't Latijn ontworpen door Joh. Fr. Stapfer, Bedien. des H. Euang. in de Geref. Gem. te Diesbach (in 't canton Bern). In 't Nederd. vert., m.e. Voorr. over den verheven en zinnebeeldigen stijl der Profeeten. 's-Gravenh. 1759. 8o. Lette droeg deze vertaling op aan Jacobus Willemsen, pred. en hoogl. aan de Illustre School te Middelburg. (Nagtglas, Levensber., II, blz. 958). - Dissertatio philologica-critica, in qua disquiritur de Idolis,
|