[Eliëzer Kropveld]
KROPVELD (Eliëzer) is op 8 Juni 1840 te Koevorden uit Joodsche ouders geboren en in den Israëlitischen godsdienst opgevoed, maar reeds op 15jarigen leeftijd was de ontmoeting met een Christelijken landbouwer hem een aanleiding, om dieper over zijn godsdienstige overtuiging na te denken en na veel innerlijken strijd liet hij zich op 7 Maart 1862 in de Chr. Gereformeerde kerk te Schoonebeek doopen. Thans voelde hij ook de roeping, om Evangelieprediker te worden en, na aan de Theologische School te Kampen daartoe opgeleid te zijn, werd hij in Juli 1870 te Veldhuizen (graafschap Bentheim) in den dienst bevestigd. Achtereenvolgens verbond hij zich aan de Chr. Gereformeerde gemeenten te Koudum (11 Januari 1874), Minnertsga (2 November 1879), Alblasserdam (5 September 1886), daarna aan de Gereformeerde kerken te Driesum (8 Januari 1893), Waddingsveen (12 Juli 1896) en Rijswijk Z.H. (6 Mei 1900), tot hij in 1908 emeritaat verkreeg en zich eerst te Kralingen, later bij zijn schoonzoon Ds. Andree te Werkendam vestigde. Ook als emeritus nam hij nog dikwijls een beurt waar, zoodat hij als zoodanig tot December 1919 nog 800 maal gepreekt heeft. Toen greep de ziekte hem aan, waaraan hij op 3 Augustus 1920 te Werkendam overleed.
Met hart en ziel was Kropveld Evangelieprediker en daarbij onvermoeid werkzaam voor zijn gemeenten en het heeft hem, volgens een door hem opgesteld en na zijn overlijden gevonden geschrift, het meest gesmart, dat zijn broeders naar het vleesch - de Israëlieten - zoo verblind en verhard bleven, dat er zooveel on bij belsche Schriftverklaring was bij vele belijders der waarheid en zooveel verdeeldheid in de Christelijke kerk. De zending onder de Joden had dan ook zijn liefde, evenals het ‘Tractaatgenootschap Filippus’, waarvan hij jarenlang bestuurslid is geweest. In 1870 huwde hij met Geesje Kuipers, die in 1930, oud 90 jaar, te Krabbendijke overleed.
Verschillende levensbijzonderheden komen voor in het door hem uitgegeven boek: