Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 5

[Jan van Koomen]

KOOMEN (Jan van) wordt vermeld als Doopsgezind leeraar te Groningen (Naaml. Dpsg. Schr., blz. 59). In de ‘Voorreden’ van v. Kalker (zie onder), gedateerd Hogezand 6 July 1744 wordt hij aangeduid als ‘gewezen dienaer onderde Zwitsersche gemeente aan de zijde van de oudste-Dienaar Hans Anken’. In 1744 was hij reeds overleden. Hij had opgesteld een Belijdenisse des Geloofs ond. de Doopsgezinde Christenen .... by wyze v. vrage en antwoord. Gron. 1744. Vervaardigd ten dienste van de Zwitsers,

[p. 206]

die vroeger geen uitstaande belijdenis bezaten en ook weinig werk maakten van het geregeld en openbaar godsdienstonderwijs, was zij tevens bedoeld als handleiding voor de ouders om hun kinderen in de goddelijke waarheden op te voeden en te onderwijzen. Daar v. Koomen door den dood hierin verhinderd werd, bezorgde Hendrik v. Kalker, in overleg met diens weduwe, de uitgave met toevoeging van een Voorreden en een Byvoegzel zynde eene korte redengevinge van den dienst, die gedaan wordt van Dienaren des Woords, die men Oudsten noemt enz. (Zie hiervóór Dl. IV, blz. 645).

Verdere bijzonderheden uit v. Koomens leven ontbreken. Portretten worden van hem niet vermeld.

Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VII², blz. 103. - Blaupot ten Cate, Gron. I, blz. 209; II, blz. 151. - Boekenoogen, Cat. Dpsg. Bibl. III, blz. 172, 188.