Joh. III:36). Hier bleef hij werkzaam totdat hij op zijn verzoek, met ingang van 1 Mei 1906 eervol emeritaat verkreeg. Den 13en Mei d.a.v. preekte hij afscheid (m. Rom. V:1). Hij vestigde zich daarna metterwoon te 's-Gravenhage, waar hij den 10en Dec. 1907 overleed.
Klercq stond in hooge achting bij zijn gemeente en bij wie hem verder kenden. Jarenlang was hij Scriba en Quaestor van de Classis Leiden en Praetor en Quaestor van den Ring Alphen. Zijn nauwkeurigheid en preciesheid waren in de Classis spreekwoordelijk.
Den 8en Aug. 1886 deed hij vergezeld door een escorte van dertien dragonders, die hem van zijn woonplaats hadden afgehaald, zijn intocht in de gemeente Leiderdorp, waar hij, kort nadat de plaatselijke kerkeraad met de synodale organisatie gebroken had, dien dag als ringpredikant de predikbeurt had te vervullen. Dit geleide werd hem niet gegeven op eigen verlangen. Tusschen twee wachten infanterie trad hij de kerk binnen, waar verschillende rijksveldwachters voor de ordebewaring aanwezig waren. Op een dergelijke wijze als hij gekomen was, keerde hij na den dienst naar zijn eigen gemeente terug. Hierover aangevallen zoowel in een dagbladartikel als in een anoniem verschenen geschrift, greep hij naar de pen en schreef hij de brochure: Leiderdorp. Bijdrage tot de geschiedenis der kerkelijke beroerten. 's-Gravenh. 1886. 8o. Hierin wordt sterk de nadruk gelegd op de beteekenis van de Vrije Universiteit in het kerkelijk conflict van die dagen.
Later verscheen nog van zijn hand Een bundel Schetsen. (M. portr. v.d. schr.). Nijkerk. 1909. 8o. Deze schetsen zijn geen van alle aangrijpend, ook zijn niet alle even goed gelukt; maar in haar geheel vormen zij goede stichtelijke lectuur; zij geven een vriendelijken kijk op het werk van een predikant; en kenmerken zich door een wel niet diepgaand, maar weldadig optimisme. Aldus Dr. A.W. Bronsveld in: Stemmen v. W. en Vr. 1909, blz. 913.
Hij huwde 1o. als beroepen predikant te Engwierum den 20en Oct. 1869 te Sambeek met Anna Elisabeth Lucretia van Eeden, geb. te Demerary (overl. te Koudekerk 22 Juni 1884); 2o. den 18en Oct. 1888 te Koudekerk met Marytje Geelhuysen geb. te Amsterdam (overl. te 's-Gravenhage 28 Juli 1910).
Litteratuur: Hs. Borger. - W.M.C. Regt, De Herv. Kerk te Koudekerk, in: Nav. LIII (1903), blz. 510-512. - Rullmann, De Doleantie, blz. 130, 131. - Alb. Stud. Rh. Traj., k. 472. - Id., L. Bat., k. 1399.