Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4

[Johannes Klap]

KLAP (Johannes of Jan), geboren te Amsterdam in 1733, studeerde eerst onder leiding van Ds. Jan Mulder, Luthersch pred. ald., daarna te Göttingen en volbracht zijn studie (volgens Domela Nieuwenhuis, Amst., blz. 161) te Helmstadt. Beroepen tot pred. der Luthersche gemeente te Bodegraven 12 Nov. 1758, werd hij den 22en Jan. 1759 geëxamineerd te Amsterdam, en ald. bevestigd den 2en Febr. na vooraf gepreekt te hebben over Col. IV:3. Hij hield den 9en Aug. 1761 zijn afscheidsrede te Bodegraven (over 2 Petr. III:18) wegens vertrek naar Zwolle, waar hij werkzaam bleef tot zijn afscheid ald., den 17en Aug. 1766 (t. Mt. VI:33). Inmiddels had hij bedankt voor een beroep naar Hoorn, in Oct. 1762 op hem uitgebracht. Zijn derde gemeente was die van 's Gravenhage, waar hij bevestigd werd door Ds. Casp. van der Heide (m. 1 Cor. IV:2; intr. m. 1 Cor. IV:1). nadat hij in April tweemaal op proef had gepreekt. Te 's-Gravenhage preekte hij afscheid den 12en Juni 1768 (m. 1 Thess. V:23), waarna hij

[p. 784]

zijn intrede te Amsterdam deed (m. Hand. XX:28) op Vrijdag 24 Juni, na Woensdag 22 Juni aan de gemeente voorgesteld te zijn door Ds. J. Mulder (m. Mt. V:16), Vrijdag den 13en Dec. 1771 vierde hij er het eerste eeuwgetijde der Luthersche Nieuwe Kerk met een rede over Jes. XI:1. Hij bleef ald. werkzaam tot zijn overlijden den 5en Dec. 1790.

Klap stond in den roep van rechtzinnigheid. In zijn prediking werkte de invloed door van zijn leermeester en lateren ambtgenoot J. Mulder, wiens preeken het kenmerk droegen van verhandelingen, en die zelf zich een discipel betoonde van v. Mosheim.

Hij werkte in 1770 en volgende jaren mede aan den nieuwen Psalm- en Gezangbundel, die algemeen voor een verbetering gold van den tot hiertoe bestaanden. Ook ondernam hij de revisie van de Bijbelvertaling van Adolf Visscher te Tübingen; zijn medewerker bij dezen arbeid was E.F. Alberti, de eenig rechtzinnige zijner collega's te Amsterdam, die daar in 1773 J. Mulder vervangen had; door laatstgen. met nog drie kerkeraadsleden was dit werk ondernomen in 1770. De revisie verscheen in 1780, en werd in 1832 woordelijk te Dordrecht herdrukt. Ook bezorgde, Klap in 1790 een 5en eenigszins vermeerderden druk van J.L. Battiljé's vertaling van J. Lassenius' Bijbelsche wierook of Godvruchtige overdenkingen, mitsgaders eene stichtelijke voorbereiding tot het H. Avondmaal.

Van hem bestaat een portret op 36 jarigen leeftijd, ter halver lijve v. voren, predikende onder een toog, naar J. Quinklard door J. Houbraken, fol. Vgl. Muller, Cat. v. Portr. No. 2934, 2934*.

Litteratuur: Naamrol Pred. Augsb. Gel., blz. 55, 56. - Loosjes, Naaml. v. Pred. Luth. K. in Ned., blz. 146. - Dez., Gesch. der Luth. K. in de Ned. (reg.). - Domela Nieuwenhuis, Gesch. Ev. Luth. Gem. 's-Gravenhage, blz. 59, 60. - Dez., Gesch. der Amst. Luth. Gem., blz. 161, 165, 175, 204, 206, 207, 230; Bijl. 111, 115. - Bijdr. Gesch. Luth. Kerk II, 66, 68, 105; IV, 107; V, 67; VII, 84. - Pont, N. Bijdr. IV, 135. - Ypey, Kr. Kerk 18e e. IV (Gesch. Ev. Luth. K.), blz. 395. - Hartog, Gesch. Predikk., blz. 223.