en Loga bedankte. Zijn oprecht karakter, zijn toewijding aan de gemeente, die hij diende, en zijn trouw aan het zuivere Evangelie deden hem de achting en liefde van zijn gemeenteleden verwerven. Hij was gehuwd met Helena Haakma Tresling, die hem tien kinderen schonk, waarvan twee zoons de Ned. Herv. kerk als predikant gediend hebben. De oudste, Wilhelmus, geboren 1794, predikant te Hellum van 1819 tot 1827 en te Usquert van 1827 tot 1879 († 1880) was gehuwd met Anna Maria Henriëtte Lohman en de vader van Reneke Lohman Janssonius, geboren 1843, predikant te Tinallinge 1870-1873, te Breede 1873-1911, overleden te Groningen in 1917. De jongste, Tjalling, van 1826 tot zijn dood in 1876 predikant te den Andel, huwde in 1828 met S.E. van der Loeff († 1837) en na haar overlijden, in 1842 met Gesina Geertruid Muntinghe; uit het eerste huwelijk had hij een zoon Abraham, hulpprediker te Oude Schild 1860, predikant te Hollum en Ballum op Ameland 1871-1880, te Huisduinen van 1880 tot zijn overlijden in 1885, terwijl een zoon uit het tweede huwelijk, Hylcko, geboren in 1846, achtereenvolgens predikant was te Loppersum (1873), Windesheim (1878), Terwolde (1882), Westerwytwerd (1885), Holwerd (1888), Beilen (1890) en Roden (1895), waar hij op 28 September 1897 overleed. Deze laatste was eerst gehuwd met Wilhelmina Maria Magdalena Sannes († 29 Aug. 1887) en daarna met Anna Elisabeth van Epen, die hem overleefde.
Wilhelmus Janssonius is de schrijver van: Gods naam door onze ziekten en krankheden verheerlijkt, naar Joh. 11:1-4 (Gron.) en van Het Euangelie naar Paulus, of vier leerredenen over Rom. 1:16 (Gron. 1807). Dit laatste werkje is beoordeeld in de Bibl. v. Theologische Letterkunde, dl. IV, no. 2.
Litteratuur: Boekz., 1805a, 396; 1825b, 836, 837. - N. Kerkel. Handb., passim. - Alb. Stud. Gron., 236.