[Claes Jansoon]
JANSOON (Claes) is de schrijver van Een cleyn tractaetjen van den val Adam (1625), waarachter een Schriftuerlick liedeken en een Nieu Mey Liedeken, en van: Belijdenisse des gheloofs dat door de liefde werckt (1627). Op den titel van het laatste boekje staat: ‘van een gheschreven tot Hasersoude in Hollandt’ en ook het eerste is daar vervaardigd. De schrijver is waarschijnlijk een Doopsgezinde, hetgeen b.v. kan afgeleid worden uit de woorden, in het Tractaetjen voorkomend: ‘in die doot van mijnen Heer wert ick opt Gheloof ghedoopt’. Ook is er sinds de 16e eeuw tot na 1750 een Doopsgezinde gemeente te Hazerswoude geweest, waarvan zeer weinig bekend is, zoodat het niet valt uit te maken, of Claes Jansoon haar als leeraar of oudste gediend heeft. Toch maakt het een zonderlingen indruk, als in de Belydenisse des gheloofs, midden tusschen het betoog, de woorden staan: ‘Hier gaen alle Gheloovige eenen doorganck, en houden al aen een, ende dansen al eenen geestelijcken dans, tot in een den prijs, Christus is ons leven, de doot is ons ghewin’. Afgezien van de duistere woorden ‘tot in een den prijs’, doen de eerste zinnen onwillekeurig aan handelingen denken, die bij secten van geestdrijvers gebruikelijk waren. Prof. de Hoop Scheffer, die den Catalogus der Doopsgezinde Bibliotheek te Amsterdam bewerkte, rangschikt de werkjes van Claes Jansoon echter onder de Doopsgezinde stichtelijke geschriften.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Cat. Doopsgez. Bibl., II, 238.