Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4
(1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend
[pagina 460]
| |
den laatste stammen af: Johannes Rutgerus († 1769 als pred. van Beusichem), Henricus Dirk Gosuinus († 1824 als emeritus van Harderwijk), Johannes Rutgerus († 1844 als pred. van Over- en Neder-Asselt) en Willem Jacob († 1902 als emeritus van Amersfoort). Warnerus had twee zoons, die predikant werden, nl. Jacobus (aan wien dit artikel gewijd is en wiens afstammelingen volgen) en Gerardus († 1788 als emeritus van Haaksbergen). Van dezen Gerardus stammen af: Warnerus Wilhelmus († 1754 als proponent), Jacobus († 1806 als pred. te Losser), Gerardus Hendrikus († 1847 als pred. te Enter), Franciscus Gerardus († 1818 als pred. te Deventer) en Gerardus Wilhelmus († 1821 als pred. te Engelbert). Vgl. Vorsterman v. Oyen, Stamen Wapenboek van Aanz. Ned. familiën, dl. II, blz. 118-121, en Boekzaal, passim. Jacobus Immink was de zoon van Warnerus (zie boven) en van Mej. Rhijnvis, zuster van Jac. Rhijnvis, pred. te Made en Drimmelen. Zóó althans geeft de Boekzaal haar naam, die bij Vorsterman van Oyen als Jaspers wordt vermeld. Hij werd in 1698 te Eibergen geboren, waar zijn vader predikant was, en in 1720 tot proponent bevorderd. Op 10 December 1722 ontving hij een beroep als adjunct-predikant te Enschedé en deed den 13en Juni als zoodanig zijn intrede. In 1727 tot gewoon predikant aldaar bevestigd, diende hij de gemeente Enschedé tot 1763, toen zijn emeritaat inging, waarna hij op 30 Juni 1767 overleed. Hij was den 29en Juli 1732 gehuwd met Anna Maria Beckinck (1707-1781), bij wie hij twee zoons had: Warnerus (1734-1779), die zijn vader te Enschedé opvolgde en tegelijk rector was der Latijnsche school aldaar, en Bernardus, geneesheer in zijn vaderstad. Jacobus Immink schreef: Theologische, ontledende, oordeelkundige tegenbemerkingen over het boek van W. Schortinghuis, genaamt Innig Christendom (Dev. 1746). Er bestaat van dit werk een derde druk en daar bij gevoegt ene Intre-Predikaatsie over Op. 10:8-11 en ene Bevestigings-predikaatsie over 2 Cor. 4:7. Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Vorsterman v. Oyen, Stam- en Wapenboek enz., II, 118-121. - Boekz., passim. |
|