[Jacobus van Houte]
HOUTE (Jacobus van), soms ook Van Houten genoemd, was afkomstig uit een Zierikzeesch geslacht, waarvan velen het bedrijf van zilversmid uitoefenden en enkelen zich te Middelburg vestigden. Zoo was ook een Johannes van Houte in laatstgenoemde stad geboren, maar later vestigde hij zich als zilversmid te Zierikzee, waar hij in 1723 overleed. In 1705 was hij gehuwd met Jacomina Fervaque († 1747), uit welk huwelijk o.a. Jacobus van Houte in 1707 geboren werd; den 17en Mei van dat jaar is hij te Zierikzee gedoopt. Ook Jacobus bleef de familie-traditie getrouw, was reeds in 1729 als zilversmid in zijn geboorteplaats gevestigd en bekleedde het ambt van deken van het zilversmidsgilde van 1731-1733 en 1741-1743. Tevens was hij diaken bij de Gereformeerde kerk. Den 8en April 1729 ondertrouwde hij te Zierikzee met Francina Meinart of Minnaars, uit Goes, in welke stad ook het huwelijk voltrokken is, dat in November 1740 door den dood der echtgenoote werd ontbonden. Van Houte, die met één zoon (Johannes, geb. 1735) achterbleef, hertrouwde tusschen 7 Augustus en 6 September 1752 met Maria van der Salm (of Zalm), weduwe uit Valkenburg (Zuid-Holland), waar hij zich nog in hetzelfde jaar vestigde, maar geen kerkelijk ambt heeft bekleed. Volgens een lidmatenlijst der Gereformeerde gemeente te Valkenburg woonde hij nog in 1758 aldaar, maar in 1759 is hij met zijn vrouw naar Zierikzee vertrokken, waar zij echter niet als leden werden ingeschreven. De reden hiervan is, evenals Van Houte's sterfjaar, onbekend.
Reeds als jongman hield hij met toestemming van den kerkeraad, te Zierikzee wekelijks godsdienstoefening en zette die later ‘met stichting’ te Valkenburg voort, ‘met kennis van zijnen geliefden leeraar, den Heer S. van Hardeveld’. Waarschijnlijk zullen onderstaande geschriften de vrucht van die ‘oefeningen’ zijn.
Hij gaf in druk: Korte verhandeling van den aart en natuur des geestelijken leevens in desselfs begin en voortgang enz. Opgesteldt in zamenspraken (2 stukken, achtereenvolgens in 1759 te Leiden uitgekomen; 2e dr. Utr. 1769). - Het formulier des Heiligen Nagtmaals, verklaart en practikaal uitgebreid ... voorgesteld in zeven afdeelingen, 3 dln. (Leid. 1761). De opgave van Nagtglas, dat dit werk in 1760 zou uitgekomen zijn, is onjuist, evenals zijn meening, dat deze Van Houte de schrijver zou wezen van het geschrift: Van de boetvaerdige Christen, daar dit vervaardigd is door Josias van Houten (zie beneden).
Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Nagtglas, Levensber., I, 423. - Honig, Comrie, 76. - Boekz., 1763b, 384-394. - Aangevuld met mededeelingen