Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4
(1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Godefroy Hotton]HOTTONGa naar voetnoot1) (Godfried, Godefridus, Gothofredus, Godefroid of Godefroy), geboren in 1596, werd ingeschreven als student te Heidelberg den 15en Jan. 1620. Hij was achtereenvolgens predikant te Frankenthal, te Aix en te Bremen (27 Juli 1629). Toen Limburg voor de Nederlanden herwonnen was, stelden de Staten er hem als predikant aan eerst voor de plattelandsgemeenten, daarna in de stad Limburg; beroepen den 8en Oct. 1632 deed hij kort daarop zijn intrede. Den 25en Juni 1634 vandaar beroepen bij de Waalsche gemeente te Amsterdam werd hij in deze gemeente bevestigd den 26en Nov. d.a.v. In Juli 1655 emeritus geworden overleed hij te Amsterdam den 26en Juni 1656. Zijne verhandeling over de unie der Ev. Kerken in EuropaGa naar voetnoot2) werd slechts spaarzaam vermeld bij tijdgenooten en nakomelingen, waaruit men zou opmaken dat het, evenmin als andere in dien tijd uitgegeven tractaatjes van dezelfde strekking, in breeden kring de aandacht getrokken heeft, terwijl toch de nood der tijden in de eeuw der herroeping van het Edict van Nantes de dienaren der Fransche Kerken op middelen deed peinzen, waardoor tusschen Lutherschen en Gereformeerden een broederlijke verhouding kon geboren worden. Hotton presideerde de Waalsche Synoden in de maanden van Apr. 1643, 1651, 1652, 1655. Hij was gehuwd met Anna Maria Ros.Ga naar voetnoot3) Uit dit huwelijk werd geboren Petrus Hotton, gepromoveerd te Leiden tot med. Dr., van 1695 tot zijn dood (1709) hoogleeraar in de Botanie aldaar (vgl. v.d. Aa, a.w., blz. 402). Van hem bestaat een portret ao 1650 ter halv. lijve links, m. rechterh., in toga. M. bovenschr. Paix et charité, en 8 reg. Lat. vs. fol. Zonder naam v. grav. (Dit portr. bij Vos, Amstels Kerk. leven tusschen blz. 72, 73). Voorts een ao 1651, als vor., doch kleiner, en m. beide handen, m. hetz. 8 reg. vs. Naar H. Mermans, door A. Conradus kl. fol. Hetz. m. bovenschr. Paix et charité. (Vgl. Muller, Cat. v. Portr. No 2584, 2585, en v. Someren, id. II, blz. 341). Van hem zag het licht: Gründliche und einfältige Erklärung der Lehre vom Hochwürdigen Abendmahl | |
[pagina 325]
| |
und von der Gnadenreichen Gemeinschaft der Gläubigen mit Christo. Erstlich in einer Predigt der französ. Gem. zu Bremen vorgetragen, darnach von dem Authore selbst weitläufiger erklärt und in das Teutsche übersetzt. Bremen. 1632. 8o. - [Anon.], De Christiana Inter Europaeos Euangelicos Concordia, sive Tolerantiâ in Charitate Stabiliendâ Tractatus, Nudam et simplicem majoris operis delineationem exhibens. Amst. MDCXLVIII. 4o. - Hetz. werk met vermelding van des schrijvers naam en kerk. approbatie. Amst. 1647. 8o. Van dit geschrift verscheen een vert. in het Fransch door Hélie Poirier: Traitê de l'union et la reconciliation des Eglises Evangel. de l'Europe etc. Amst. 1647. 8o. Voorts een Hoogd. en. een Nederl. vert., de eerste door J.D. Blankenberger. Amst. 1648. 8o, de laatste ond. den titel: Een tractaat v.d. Chr. vereeniginghe en bevredinghe der Evang. Kercken in Europa oft v.d. middelen om onder de selve een onderlinge verdraechsaamheijt in der liefde te bevestigen. Amst. 1648. 8o. - La pitié êprouvée, représentée en homilies, sur les trois premiers chap. de l'histoire de Job. Amst. 1648. 4o. Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 402. - Jöcher, Allgem. Gel. Lex. II, k. 1731. - H.W. Rotermund, Lexikon aller Gelehrten, die seit der Reform. in Bremen gelebt haben. I, S. 215. - Hs. Borger. - Eug. et Em. Haag, La France Protest. T. v. p. 540. - Vos, Amstels kerk. leven, blz. 386. - J. de Wal, Nederl. Studenten te Heidelberg, blz. 130. - Bull. Egl. Wall. III, p. 26, 316. - Ypey en Dermout, Gesch. N.H.K. II, blz. 127. - Sepp, Polem. en Iren. Theol., blz. 136. - Nav. V (1855), blz. 98. Bijbl. blz. LXXIV. - Rem. Bibl. Amst. II Afd. 2e st., blz. 222. |
|