te Amsterdam gehouden werd. Hier werd Hirnius in 't ongelijk gesteld en voorloopig in den dienst geschorst, terwijl men tevens besloot, het oordeel van eenige Duitsche academies in te roepen; deze beslisten evenzeer, dat het gebruik van den ouwel moest gehandhaafd blijven. Intusschen had de Rotterdamsche kerkeraad in September Hirnius van zijn ambt ontzet, doch de Magistraat nam hiermee geen genoegen en besloot bij resolutie van den 27en November, dat Hirnius in zijn ambt zou hersteld worden en om beurte met den anderen predikant in de kerk zou prediken. De kerkeraad bleef Hirnius echter als afgesneden beschouwen, zoodat de gemeente in twee partijen verdeeld werd, waarvan ieder een eigen kerkeraad had, de helft der kerkelijke uitgaven droeg en dus een afzonderlijke administratie voerde, en om beurten de kerk gebruikte. Hirnius wendde verschillende pogingen aan, om zich met het Amsterdamsche Consistorie te verzoenen, maar alles was vruchteloos en de scheiding bleef bestaan, zelfs nadat zijn tegenpartij in 1630 ook het gebruik van brood bij het Avondmaal had ingevoerd. Een verzoening had eerst plaats kort na den dood van Hirnius, die op 30 Maart 1648 overleed.
Hirnius, die gehuwd was met Jacobmina van Hensbergen, wordt door Schultz Jacobi geteekend als ‘doorkneed... in de grondtalen des Bijbels, bekend met de voornaamste kerkvaders en de meest gezochte werken der hervormers, vertrouwd met de godgeleerde wetenschap zijner dagen, en toch vrijheid van denken genoeg bezittende, om zich meer naar de Schrift zelve dan naar de verklaringswijze en uitspraken van Symbolische boeken en gevierde godgeleerden te rigten... Aan zijn geleerdheid paarde hij, bij vastheid van karakter, welwillendheid jegens iedereen, en de zucht om zooveel mogelijk voor allen alles te worden.’ Behalve de reeds genoemde verbeterde uitgave van het Psalmboek, is waarschijnlijk een Hoogduitsche Catechismus, die in zijn tijd te Rotterdam het licht zag, van zijn hand, terwijl hij bovendien schreef: Raet ende bedencken sommiger Lutherschen Hoogduitschen leeraers, van 't vrije en middelmatige gebruik I van tweederley Biecht... II van 't broodbreeken ende in de hand geeven, in des Heeren H. Nachtmael... gegeeven ende medegedeelt op 't respectivelijk verzoek der Heeren Gedeputeerden der Ev. gem., toegedaen de Onverand. Conf. v. Augsburg in der stad Antwerpen, in 't jaer 1580. Uit een Hoogduitsche copie in de twee voorz. puncten in 't Nederduitsch overgezet (Leiden 1629).
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Bijdr. Gesch. Luth. kerk, I, 46. - Pont, N. Bijdr., II, 181; VI, 50-52; VII, 201, 226, 229, 230. - Oud en Nieuw, I, 85-87, 109; II, 98, 128, 130, 148, 149, 152, 153; III, 100; IV, 11, 124. - Schultz Jacobi, Gesch. Ev. Luth. gem. te Rotterdam, 57-132, 405, 408, 412, 415, 418. - Domela Nieuwenhuis, Luth. gem. Amst., 74, 76. - Pont, Lutheranisme, 546, 550. - Nav., II, 280. - Alb. Stud. Lugd. B., 116.