Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 4
(1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend
[pagina 38]
| |
(zie boven), had uit zijn huwelijk, in 1648 met Margareta Brungersma († 1680) gesloten, tien kinderen, waarvan de jongste, Barbara Hillenius (1669-1759), de moeder van Jesaias was. Zij trouwde met Hermannus Mennes, maar haar zoon droeg, evenals zijn zuster Margareta Harmanna, den naam Hillenius. Jesaias is in 1700 te Usquert geboren, liet zich op 19 November 1717 als student te Groningen inschrijven, waar hij de lessen der hoogleeraren O. Verbruggen, A. Driessen en M. Rossal volgde en tevens het onderricht genoot van den Groningschen predikant L. Blom. In 1722 tot proponent bevorderd, werd hij op 26 Augustus 1725 als predikant te Drogeham en Harkema Opeinde bevestigd, waar hij 2 September d.a.v. intrede deed. Den 2en Mei 1728 predikte hij afscheid, om naar IJlst te vertrekken, waar hij van 9 Mei d.a.v. tot 8 April 1742 werkzaam was. Een week later verbond hij zich aan de gemeente te Drachten en arbeidde hier tot zijn overlijden op 1 Augustus - V.d. Aa meldt abusievelijk: 22 Juli - 1759. Zijn ambtgenoot G. Schortinghuis, predikant te Rottevalle, hield een lijkrede op hem over 2 Kon. II:12, die in 1759 te Leeuwarden het licht zag onder den titel: Elisa's rouwbedrijf, wanneer de Heere zijnen heere Elias van zijn hooft weg nam (aanwezig in de Bibl. der Maatsch. v. Ned. Lett.). Dit geschrift is tweemaal, buiten weten van schrijver en uitgever, door anderen uit baatzuchtige oogmerken nagedrukt (Boekz., 1760a, 489, 490); de aftrek, die deze lijkrede dus blijkbaar vond, evenals de herhaalde oplagen van sommige zijner stichtelijke werken, leveren wel het bewijs, hoe hij in zijn tijd geliefd was als mensch en schrijver. Hij was den 8en Augustus 1745 gehuwd met Aafke Reiding, die hem overleefde; zij schonk hem slechts één zoontje, dat nog zeer jong overleed. Van Hillenius, die om verschillende uitstekende eigenschappen, vooral ijver en geleerdheid, hoog geroemd wordt en een in alle opzichten waardig Evangeliedienaar was, verschenen de volgende werken in druk: Christus, de ware en enige grond van heil en saligheid voor zijn volk. Twee predikatiën over Jes. XLV:24, 25 en Phil. III:7, 8 ('s-Grav. 1743). Dit geschrift was buiten weten van Hillenius door onbekenden in 't licht gegeven en omdat daarin verschillende ‘grove drukfeilen, kwade zinsnijdingen en verkeerde spellingen’ voorkwamen, gaf hijzelf ze in 1744 opnieuw uit, vermeerderd met vijf nieuwe leerredenen, onder den titel: Eenige keurstoffen uit het Oude en Nieuwe Testament, in welken Christus wordt voorgestelt als de enige toevlugt van den overtuigden en radelozen zondaar enz... waar bij gevoegt is, een Kerk-Inwijdings-redenvoeringe over 1 Kon. VIII:30. Deze laatste betrof de nieuwe kerk te Drachten, die op 10 November 1743 was ingewijd. Van dit geschrift verscheen een 2e dr. te Leeuwarden in 1754, een 3e dr. ald. 1758, terwijl nog een herdruk te Amsterdam z.j. vermeld wordt. De Boekzaal-recensent prijst ten zeerste ‘dit smakelijke en godtvrugtige letter-banket.’ - De mensch beschout in de staat der elende, der genade en der heerlijkheit, 2 dln. (Leeuw. 1751 en 1752). - Schriftuurlijke voorbeelden van bekeringe ... in keurstoffen aangewezen tot ontdekkinge, overtuiginge en bekeringe van onbekeerden, en tot bevestiginge en vertroostinge van bekeerden (Leeuw. 1756; 2e dr. ald., 1767). Hierin zijn negen leerredenen opgenomen. Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., 752. - Sepp, Stinstra, II, 65. - Romein, Pred. Friesl., 146, 364, 518. - Cat. Letterk., I, 729. - Alb. Stud. Gron., 164. - Boekz., 1752b, 5-46; 1753b, 129-165; 1755b, 391-419; 1757a, 617-635; 1759b, 279, 380-389. |
|