die van Evangelist der Vereen. voor Fabriekarbeidsters in zijn geboortestad; nog tot kort vóór zijn overlijden was hij als zoodanig werkzaam; zijn laatsten levenstijd verhinderde zijn gezondheidstoestand hem het arbeiden. Hij overleed te Amsterdam den 20en Aug. 1887. In 1863 huwde hij met Anna Maria Geerlink, die hem tot 6 April 1918 overleefde.
Van hem zag het licht:
Jezus' jongelingsleven, jonge lieden ten voorbeeld gesteld. In 12 dichtstukjes. Amst. 1861. post 8o. - De Schriftuurlijkheid, redelijkheid en onmisbaarheid der Driëenheidsleer. Chr. toespr. n. Haggaï II: 5b en 6. Geh. met het oog op Ds. Buddings laatste geschrift. Zwolle. 1867. gr. 8o. - Schriftuurlijk-Confessioneel Handboekje bij het onderzoek naar de leer der Herv. Kerk, ingericht naar de behoeften des tijds. 1ste stukje. De Godsdienst en hare kenbronnen Leiden. 1870. post 8o. - Fabriek en achterbuurt, of: Een oud middel opnieuw beproefd. Utr. 1879 Post 8o. - De Evangelist v. Driestein. Een verhaal voor vrienden der Kerk en der Evangelisatie. Den Helder. 1882. post 8o. - Drie gifbloemen in den krans v.d. meisjes onzer volksklasse, hun tot waarschuwing voorgesteld. Amst. 1882. post 8o. Onder zijn redactie verscheen in 12 losse no: De Bijbel. Losse bladen ter bevorder. v. Bijbelsch Christendom en geestelijk leven. Utr. 1865. gr. 8o.
Litteratuur: Brinkman's Cat. 1850-1882, blz. 522. - Mededeel. van Ds. H.J. Heynes, pred. te Landsmeer, zoon van bovengen. - Vgl. ook: H.H. Dalman, De Evangelisten-quaestie toegelicht. Voorafgegaan door een Open Brief aan den Eerw. Heer H.J. Heynes. Lemmer. 1877. post 8o.