Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Claudius Henricus van Herwerden]HERWERDEN (Claudius Henricus van), oudste zoon uit het huwelijk van Claudius Henricus v. Herwerden en Geertruida Agneta Commelin, werd geboren te Amsterdam den 11en Maart 1766. Na voltooiing van zijne studiën, legde hij den 12en Apr. 1790 praeparatoir examen af voor de Classis van Amsterdam. Den 27en Juni 1790 had zijne bevestiging plaats te Jutphaas door zijn oom Ds. H. v. Herwerden, pred. te | |
[pagina 761]
| |
Amsterdam (m. Mt. XXVIII:18-20; intr. m. Ef. VI:18). Voor beroepingen in Juli 1791 en in Juli 1792 op hem uitgebracht resp. naar Wilnis en naar Aalbertsberg of Bloemendaal bedankte hij, maar den 4en Nov. d.a.v. nam hij afscheid van Jutphaas (m. 2 Cor. VI:1), om den 18en Nov. bevestigd te worden te Zalt-Bommel door J. Kist, pred. ald. (m. Joh. XXI:17; intr. m. Rom. I:16). Hier bleef hij tot 1797, in welk jaar hij den 6en Aug. bevestigd werd te Zutphen door Ds. H. van der Bank, pred. ald. (m. 2 Tim. IV:1, 2; intr. m. 2 Cor. V:11a; afsch. te Zalt-Bommel den 30en Juli m. Rom. XV:13). Hij bedankte in Nov. 1804 voor eene beroeping naar Schiedam en overleed te Zutphen den 25en Jan. 1820 na een zeer smartelijk ziekbed. Hoewel hij geen geschriften uitgaf, werd ook in wetenschappelijk opzicht te Zutphen veel in hem verloren. Sinds 1816 doceerde hij aan het Gymnasium aldaar de Grieksche en Latijnsche fabelleer en de Oostersche talen. Ook hield hij verscheiden welgeslaagde wijsgeerige en geschiedkundige verhandelingen in het Natuur- en Letterkundig Genootschap: Nut is ons doel. In vroeger jaren arbeidde hij, geheel belangeloos aan de vorming van eenige jongelieden tot het predikambt. Zijn prediking onderscheidde zich door degelijkheid en gemoedelijkheid. Hij was van de Geldersche Synode in Aug. 1802 te Arnhem scriba en van die in Aug. 1804 te Zutphen praeses. Hij huwde den 26en Aug. 1799 met Sara Maria Wolterbeek, die den 14en Juni 1830 te Roderwolde overleed. Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren, van wie de oudste hierna (blz. 763) volgt. Portretten zijn van hem niet bekend. In het oud-archief der gem. Zutphen berust echter een zinneprent ter zijner nagedachtenis. (Zie daarover: De Wapenheraut, XIe Jrg. (1907), blz. 430. Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 216. - Kobus en de Rivecourt, Biogr. Wdb. v. Nederl. I, blz. 749Ga naar voetnoot1). - Hs. Borger. |
|