Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Abraham Heems]HEEMS (Abraham), behoorende tot de Doopsgezinden, was wever en zijdenstoffabrikant te Haarlem en maakte zich ook als dichter eenigen naam. Zijn poëzie, zonder bepaalde verdienste, is weinig geprezen; het meest in den smaak viel zijn Bijbel-poezy, in een kostbare uitgave opgedragen aan den Doopsgez. leeraar Joh. Bremer te Amsterdam. Zijn geboortedatum is onbekend; zijn sterfdatum eveneens, maar in 1747 was hij nog in leven. Hij was gehuwd met Johanna van Dalen; uit dit huwelijk werd o.a. een dochter Fermina geboren, die in Apr. 1745 huwde met Gerard Hugaert, eveneens behoorend tot een geachte Doopsgez. familie te Haarlem. Deze dochter was een begaafde, ontwikkelde vrouw, die een kring van kunst- en letterlievenden om zich heen verzameldeGa naar voetnoot1). In den bundel Huwelykszangen bij gelegenheid van haar bruiloft komt ook een gedicht van haar vader voor. Portretten van Abr. Heems zijn niet bekend. Zijn afzonderlijk uitgegeven gedichten zijn: Absalon of de gestrafte Heerschzucht. Haarl. z.j. 8o. - Antipater of de dood van Alexander en Aristobulus. Amst. 1723. 8o. - Bybelpoezy in Alleenspraken, Tafereelen, Uitbreidingen en Zedelessen. Amst. 1729. 4o. Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 107. - Witsen Geysbeek, Wdb. Ned. Dicht. III, blz. 106. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb. IV, k. 719. - Frederiks en v.d. Branden, Biogr. Wdb., blz. 329. - Naamlijst Doopsgez. Schr., blz. 45. |
|