Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Adrianus Hasius]HASIUS (of: DE HAES) (Adrianus), geboren te Rotterdam in 1601, werd den 6en Dec. 1617 ingeschreven als student te Leiden;Ga naar voetnoot1) en als candidaat beroepen te Kralingen; dit beroep ging met moeilijkheden gepaardGa naar voetnoot2). Hij diende die gemeente van 1623 tot 1627; daarna die van Poortugaal (1627-'36), die van Brielle als derde pred. (bev. 27 Juli 1636 tot 1645). Na ontvangst van een synodale aanschrijving besloot de Brielsche kerkeraad 31 Juli 1644 hem ‘een tyt lanck by leeninge’ aftestaan aan Woerden, maar in Oct. d.a.v.Ga naar voetnoot3) volgde zijn beroeping naar Leeuwarden, een gemeente ‘uyt wel 1000 ledematen bestaande.’ Pogingen in den Briel aangewend om hem te doen blijven, wogen niet voor hem op tegen den aandrang van Gedeputeerden uit Leeuwarden. Hij diende laatstgen. gemeente van 1644 tot 1650. In Aug. van dat jaar vertrok hij naar Rotterdam. Daar de gemeente van Leeuwarden | ||
[pagina 564]
| ||
hem niet had willen loslaten en ook de magistraat hem niet had willen ontslaan, was een beroep gedaan op de classis. Nog vóór zijn bevestiging te Rotterdam overleed hij, den 14en Sept. 's morgens 6 uur. Uit de acta der Prov. Synode te Leiden Juli 1629 blijkt dat Hasius door de classis van Schieland voor eenigen tijd als legerpredikant was afgevaardigd. Ook in Oct. 1640 werd hij als zoodanig ‘gedeputeert’; in April 1641 werd zijn ‘credentie om nae het leger te gaan gelesen, geprobeert en geteeckent’. Bij de Z.-Hollandsche synode te Rotterdam (Juli 1641) beklaagde hij zich over de groote schaarschheid van legerpredikanten, tengevolge waarvan veel geestelijke arbeid in het leger ongedaan bleef. Na zijn terugkeer te Brielle overhandigde hij aan den kerkeraad f 123 voor de Diaconie. Herhaaldelijk werd Hasius aangewezen als synodaal correspondent. Ter inleiding van de Z.-Holl. Synode te Leiden (Juli 1639) hield hij een prediking over Mt. XXIII:8. Aldaar werd hem met eenige zijner mede-afgevaardigden opgedragen ‘een cort project in te stellen, begrypende die abusen ende swaricheden, die heden ten dage uit stuk van de beroepinge der predicanten ende andere diergelycke meer, meest de kercken drucket.’ Hij was scriba van de Z.-Holl. Synode, 7-26 Juli 1642 te Gorinchem gehouden, en van de Friesche Synode te Heerenveen 1648. Ook werd hij bij herhaling door Prov. Synoden benoemd tot correspondent. Als predikant te Leeuwarden werd hij in 1648 door Hunne Ed. Mog. aangewezen om met eenige predikanten uit andere provinciën naar eenige bekwame mannen uittezien en deze in de Meyerij van 's-Hertogenbosch te introduceeren. Bij zijn komst te Brielle bracht hij zijne vrouw Adriana Gerrits van Holthuysen mede. Zijn zoon Gerardus, geb. te Brielle, werd predikant te Beetgum, en diens zoon Adrianus pred. te Cubaard. Van Adr. Hasius bestaat een portret ter halver lijve rechts in mantel, voor een opengeslagen Bijbel, met 4 reg. onderschr. Naar J. Wolf door J.H. 8o. Vgl. v. Someren, Cat. v. Portr. No 2282*. In druk zag van Hasius het licht:
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, 77, 78. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb. IV, k. 113. - Alb. Stud. L.B., k. 128. - Soermans, Pred. Z.-Holl., blz. 85, 87, 110. - Greydanus, Pred. Cl. Franeker, blz. 129. - Romein, Pred. Friesl., blz. 21 en v. Veen, Aanv. en Verbet., blz. 3. - v. Harderwyk, Pred. Rotterd., blz. 37. - H. de Jager, De Pred. der N.H.G. te Brielle, in: Alg. Ned. Fam. blad. N.S. XV Jrg. 1902, blz. 194, 195. - Knuttel, Acta. I, II, III - Naam-rol Godg. Schryvers. I, blz. 150. |
|