[Pieter Hartman]
HARTMAN (Pieter) uit Barsingerhorn deed in 1780 intrede als leeraar bij de Doopsgezinde gemeente te De Rijp. Hij had het ongeluk tijdens zijne bediening aldaar geheel blind te worden en daardoor ongeschikt voor zijn dienstwerk. De kerkeraad wenschte dat hij zijne bediening zou neerleggen, maar hij verklaarde ‘daaromtrent geene ruimte te hebben uithoofde van zijn tijdelijk bestaan.’ Het eind was dat besloten werd na veel verwikkeling hem 400 gulden pensioen aantebieden, indien hij afstand wilde doen. Dit laatste geschiedde.
Hij was het voorbeeld van een bekwaam leeraar, die niet gestudeerd had. W. Bruin, vroeger timmerman en molenmaker, later ongestudeerd leeraar bij de Doopsgezinden te Westzaan, dankte aan hem zijn opleiding.
Verdere levensbijzonderheden en portretten zijn van Hartman onbekend.
Hij was de schrijver van een veelgeroemd volksboek, door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in 1791 met den buitengewonen zilveren eereprijs bekroond en in twee stukjes uitgegeven onder den titel: Hendrik en Anna, een Volks-Roman.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 73. - S. Muller, Jaarboekje voor de Doopsgez. Gem. enz. I. (1837), blz. 115, 116, - G. Fopma, Uit de geschiedenis der Doopsgezinden in de Ryp (in: Doopsgez. Bijdr. (54ste jrg.) (1917), blz. 61, 62. - Gedenkschr. der Maatsch. v. Nut v. 't Algem. 1809-1834, blz. 286.