Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Arnoldus Hachting]HACHTING(IUS) (Arnoldus) behoorde tot het bekende geslacht, waaruit verschillende predikanten voortkwamen, en ook de geleerde Johannes Hachting (zoon van den in 1626 als predikant te Leeuwarden overleden Regnerus Hachtingius, Art. Lit. Mag. Philos. Doctor), die van 1622 tot zijn dood den 22en Sept. 1630 hoogleeraar in de logica te Franeker was en in strijd geraakte met MaccoviusGa naar voetnoot1). Hij was de vader van Regnerus Hachting, die evenals zijn grootvader predikant te Leeuwarden was en aldaar op 33 à 34jarigen leeftijd overleed den 20en Oct. 1665. Bovengen. Arnoldus, die zichzelf Leeuwarder noemde, zeker een broeder van den vermelden Franeker hoogleeraar Joh. H., werd ingeschreven als student te Groningen den 8en Mei 1618, in welk jaar hij aldaar ook onder Prof. Maccovius dertien theologische theses verdedigde de aeterna Dei electione. Kort daarop predikant geworden te Garijp, Suameer en Eernewoude, diende hij die gemeente tot hij haar in 1625 verwisselde voor Tzummarum; vanaf 1629 diende hij tevens de gemeente van Firdgum, later met Tzummarum vereenigd. In het begin van 1641 vertrok hij naar Dokkum, waar hij in het laatst van 1657 overleed. Hij was lid der Prov. Synode te Heerenveen 1641; Deput. Syn.1642; Corresp. naar Z.-Holland 1643; Praeses der Syn. te Dokkum 1646; Deput. Syn. 1649. Hij was gehuwd met Lucia Kolde (dochter van Hermannes Kolde (zich schrij- | ||||
[pagina 437]
| ||||
vende: Colde), pred. te Leeuwarden, en oom van Arnoldus Roetgers, hoogleeraar in de Rechten te Groningen. Van hem zag het licht:
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb. VI, blz. 11. - Alb. Stud. Gron., kol. 6. - Athen. Fris., p. 225. - Greydanus, Pred. Cl. Franeker, blz. 110. - Columba en Dreas, Pred. Cl. Dokkum, blz. 75. - Romein, Pred. Friesl., blz. 134, 217, 219, 452. - Arch. N.K.G. III, 1831, blz. 565. |
|