Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 3
(1919-1931)–Jan Pieter de Bie, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend
[pagina 391]
| |
proponent aangesteld. Eerst was hij eenigen tijd als ‘capellaan van Zijne Exc. den Ambassadeur Boreel’ werkzaam en trok waarschijnlijk ook met dezen naar Engeland, waar Boreel den nieuwen koning George III uit naam der Staten-Generaal moest begroeten. Den 23en Februari 1763 ontving Guicherit een beroep naar de Waalsche gemeente te Maastricht, diende haar van 5 Juni 1763 tot 17 Juni 1764, om den 22en Juli 1764 te 's-Gravenhage als Waalsch predikant intrede te doen, waar hij arbeidde tot zijn dood, den 31en Augustus 1796. In Maart 1781 werd hij door Willem V tot hofprediker benoemd en als zoodanig nam hij achtereenvolgens de prinsen Willem Frederik - later koning Willem I - en Willem George Frederik - in 1799 te Padua als generaal in Oostenrijkschen dienst overleden - tot lid der Hervormde kerk aan. De toespraken, die hij bij deze gelegenheden hield, zagen het licht; de eerste verscheen onder den titel: Aanspraak aan Z.D.H. den Erfprins Willem Frederik ... wanneer Hij ... tot lidmaat der Hervormde Christelijke kerk was aangenomen den 9 July 1788, gevolgd door den Franschen tekst: Exhortation adressée à Monseigneur le prince héréditaire Guillaume Frédéric ... lors qu'il fut admis au nombre des membres de l'église chrétienne réformée, le 9 Juillet 1788 ('s Grav. 1788); de andere is opgenomen in Recueil de Documents relatifs à l'Eglise française de Voorburg, publié par H.J. Caan (la Haye 1859) en is getiteld: Allocution adressée à son Altesse Serénissime Monseigneur Guillaume George Frédéric, prince d'Orange et de Nassau, lorsque ... ce Prince fut admis au nombre des membres de l'église chrétienne réformée, le 12 Janvier 1790. Na Guicherit's dood zagen van hem het licht: Sermons sur divers textes de l' Ecriture Sainte (Amst. 1797), die homiletisch en om hun inhoud zeer veel goeds bevatten: ‘Hier vinden wij niet alleen de leer en de praktijk der godzaligheid naauw verbonden, maar ook groote getrouwheid aan het gekozen woord der Schrift. Hij analyseert, niet zoo, dat de eenheid en de aandacht schade lijden door het samenvoegen van ongelijksoortige bestanddeelen, maar zoo, dat de tekst den hoorder in zijne beteekenis en kracht voor oogen staat, als de preek ten einde is.’ Ook om zijn uiterlijke welsprekendheid wordt Guicherit hoog geroemd. Litteratuur: Bull. Egl. Wall., T. III, p. 54, 99. - Hartog, Gesch. Predikk., blz. 403, 407. - Scheltema, Staalkundig Nederland, dl. I, blz. 128. - Alb. Stud. L.B., kol. 1046. - Cat. Bibl. Wall., p. 167. - Boekzaal, Jaarg. 1781a, blz. 310. |
|