Op het gebied der godgeleerdheid schreef hij de volgende werken:
Joodse Oudheden of voorbereidselen tot de Bijbelsche Wijsheit, 2 dln. (Amst. 1690; 2e dr. Utr. en Amst. 1700). |
Mosaïsche Historie der Hebreeusche kerke, 4 dln. (Amst. 1700). |
De Kerklijke en wereldlijke Historien uyt d'aalouwde aardbeschryvingen en uytgezogte gedenkpenningen opgehelderd (Amst. 1705; 2e dr. Leiden 1730). |
Bovendien werd van hem, na zijn dood, onder het pseudoniem Philaletes uitgegeven:
Gemeene leidingen tot den godsdienst, afgebroken, en weder opgebouwt, door een redenvoeringe over de hartstogten en hunne kenteekenen in 's menschen wezen (Amst. 1712). |
Verzameling van uitgelezene keurstoffen, handelende over den godsdienst, natuur-, schilder-, teken-, oudheid-, redeneer- en dichtkunde (Amst. 1713). |
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Glasius, Godg. Ned., dl. I, blz. 534. - Frederiks en v.d. Branden, Biogr. Wdb., blz. 285. - De la Rue, Gelett. Zeel., blz. 66-69. - Nagtglas, Levensber., dl. I, blz. 271, 272. - Muller, Cat. v. Portr., no. 1883.