[Johannes Ludovicus Gochenius]
GOCHENIUS (Johannes Ludovicus), zoon van Daniël Gochenius, predikant te Unna in het graafschap Mark, en van Catharina Elizabeth Wagener, werd den 25en November 1697 in genoemde stad geboren. Eerst voor den handel bestemd, ging zijn begeerte uit ‘tot een beter Koopmanschap’ en vertrok hij naar de hoogeschool te Groningen, om zich daar tot het predikambt voor te bereiden. Alhier den 18en Augustus 1716 ingeschreven, waren vooral de hoogleeraren Driessen en Verbrugge zijn leermeesters, totdat hij in Maart 1722 tot proponent in de classis van Groningen werd aangesteld. Achtereenvolgens predikant te Vierhuizen (23 Juli 1724), Garshuizen (12 Aug. 1731), Noorddijk (23 October 1735) en Delfzijl (7 Juli 1743), diende hij deze laatste gemeente tot zijn overlijden op 9 April 1767. Van hem wordt getuigd, ‘dat hij altijd een zeer bescheiden Leeraar geweest is, die de waarheid betrachtte in de Liefde, en deswegens veel geacht op Classen, in Synoden en op de Synodale Commissiën’. Hij was in 1724 gehuwd met Anna Geertruida Hillers, die hem overleefde.
Van zijn hand zagen de volgende werken het licht:
Groote Voorrechten van den Rampzaligen Apostel Judas Iskariot, allen trouwlozen Leraren, tot een schrik, en allen over het hedendaagsch Kerkverval verwarde Zielen tot waarschuwing voorgestelt, door Philadelphus Photius. Mitsgaders bedrieglijk dwaallicht in de Schriften van Christiaan Anthoni Römeling. Ontdekt door F.A. Lampe... En nu om zijne nuttigheit... vertaalt door J.L. Gochenius (Gron. 1735). |
Godtgeleerde Verhandeling, waar in de Schapevagt den Socinianen afgetrokken, vertoont wordt. Door J.J. Rambach... waar bij gevoegt is Verhandeling van de Socinianerije door A. Heidanus... nu beide wegens hare voortreffelijkheit en nuttigheit uit het Latijn vertaalt (Gron. 1743). |
Bondeltje van bibelstof in een drietal van Leerredenen over Spr. 8:17, Spr. 9:1, Matth. 5:3 (Gron. 1752). |
Zijn zoon Andreas Gochenius (zie V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v.), predikant te Amerongen, vervaardigde als proponent een Lijkkrans op Johannes Christophorus Brucherus, predikant en rector te Appingedam, overleden in 1750.
Litteratuur: Brucherus, Gedenkb., blz. 33, 59. - Sepp, Stinstra, dl. II, blz. 86. - Alb. Stud. Gron., kol. 164. - Boekzaal, Jaarg. 1735b, blz. 498; 1767b, 77-79.