[Matthias van Goch]
GOCH (Matthias van), ook soms Van Gogh geschreven, was de zoon van den Remonstrantschen predikant Cornelius van Goch, die van 1690-1700 te Tiel stond, daarna te Nieuwpoort (1700-1732), ten slotte tot zijn emeritaat, 1739, te Boskoop. Hoewel Tideman nog aan deze verwantschap twijfelt, wordt zij toch voldoende bewezen door het Alb. Stud. L.B., waarin Matthias van Goch den 15en September 1721 werd ingeschreven als ‘Tila-Gelrus’ en 30 jaar oud. Hij is dus in 1690 of 1691 te Tiel geboren, werd in 1714 proponent bij de Remonstrantsche broederschap, doch moest in 1719 om ziekelijkheid den dienst verlaten. Daarna heeft hij te Leiden in de geneeskunde gestudeerd, is medisch doctor geworden en oefende eenige jaren te Gouda de practijk uit. In 1729 werd in de Groote Vergadering de vraag behandeld, of hij beroepbaar was als ouderling; Tideman, die dit mededeelt, zet terecht hierbij een vraagteeken. Het antwoord op deze vraag was toestemmend. Twee jaar later, in 1731, nam hij op zich, de gemeente Moordrecht om de veertien dagen te bedienen, hetgeen in 1732 door een vaste aanstelling als predikant aldaar gevolgd werd. Hier was hij werkzaam tot zijn dood, 16 Juni 1758.
Van Goch heeft zich bekend gemaakt door zijn weerlegging van een deïstisch geschrift, getiteld: De godsdienst zonder bijgeloof, betoogende het geloof der Deïsten, vervat in een Brief van Jan van der Veen uit London aan zijn vriend Joost van Hattem in Holland geschreven. Beide eigennamen zijn pseudoniemen en het boek bevatte inderdaad ‘godslasterlijke stellingen’, gelijk in het vonnis staat, dat in 1760, na het verschijnen van den derden druk, den uitgever, G. Baroen te Goes, veroordeelde, om het geschrift met eigen handen in de audiëntie van de rol te verscheuren, voorts hem een tuchthuisstraf van zes jaar oplegde en daarna ten eeuwigen dage uit Holland, Zeeland, Friesland en Utrecht verbanden. Dit vonnis is te merkwaardiger, omdat het zich richtte tot den uitgever van den eersten (1752) en tweeden druk (1755), terwijl reeds in 1756 de inhoud openlijk door Van Goch was bestreden in zijn boek: De geopenbaarde godsdienst zonder bijgeloof of overgodsdienstigheid, in tegenstelling van zeker geschrift, genaamd de godsdienst zonder bijgeloof, betoogende het geloof der Deïsten (Rott. 1756).
Verder verscheen nog van zijn hand: Hedendaegsche Historie, of Tegenwoordige Staet van alle Volkeren. Eerst in 't Engelsch beschreven door Th. Salmon, nu vertaelt en merkelijk vermeerdert door M. van Goch, M.D. (Amst. 1729-1737) 5 dln.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Molhuysen en Blok, N. Biogr.