predikte hij te Blankenham afscheid, werd den 4en Sept. d.a.v. in zijn nieuwe gemeente bevestigd, maar kon wegens ziekte eerst den 15en October zijn intreerede houden. Bijna zes jaren later verwisselde hij deze standplaats met Heerenveen, dat hem den 30en Juli 1797 beroepen had en waar hij werkzaam was van 20 Augustus d.a.v. tot zijn emeritaat, dat 1 Juli 1839 inging. Hoogbejaard overleed hij den 2en Juni 1843. Hij was gehuwd met Hendrikje Heggers.
Van Giffen is bekend als één der eersten, zoo niet de eerste, die in zijn gemeente de openbare katechisatiën afschafte en deze verving door Bijbeloefeningen, die in den winter op Zondagavond gehouden werden en zeer in den smaak vielen. Van hem zag het licht:
Redevoering ten betooge dat de invloed van den Godsdienst op het bestaan en de voortduring eener welgeregelde burgerlijke maatschappij van zoodanig een uiterst gewigt is, dat dezelve niet geheel aan de zorg en het oppertoezigt van de politieke regering behoort onttrokken te worden (Gron. 1805). Hiervan komt een uitvoerig uittreksel voor in de Boekzaal (Jaarg. 1806b, blz. 151-157). |
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., dl. IV, kol. 656. - Veen, De Doopsgezinden in Schoterland, blz. 141. - Romein, Pred. Friesland, blz. 574. - Alb. Stud. Gron., kol. 233.