en bewaring der Luthersche gemeente te Schiedam en in de moeite, die hij deed om de belangen der Lutherschen aan de Kaap de Goede Hoop te behartigen. Hij was dan ook één der twee ‘Gecommitteerden in de Caapsche Zaken.’ Vooral echter toonde hij zorg voor en deelneming in het lot der Salzburger emigranten, die zich, na uit hun vaderland verdreven te zijn, in Zeeuwsch-Vlaanderen nederzetten en wijdde mede het nieuwe kerkgebouw te Groede in op den 1en September 1743.
Als man van gezag had Van Garél ook zitting in de commissie ter beslissing van het geschil tusschen den Haagschen kerkeraad en Ds. Maassen. Maar bovenal heeft hij grooten invloed geoefend in zijn kerkgenootschap, doordat hij achtereenvolgens verschillende Luthersche predikanten voor de Hoogeschool en het leeraarsambt voorbereidde, zooals H. Hageman en J. Hamelau, later predikanten te Amsterdam, J.F. Scheffer en J.H. Munnikhuyzen te Rotterdam, C. Retman te Leiden, J. Meyer te Zaandam en H. Volkersz te Purmerend.
Van zijn hand verscheen in druk:
Lijkrede op Jacobus Hoving, predikant te Delft ('s-Grav. 1712). |
De magtige hand Gods in Israëls verlossinge uit Egypten, ter gedachtenisse van het groote werk der Reformatie, Ex. 13:3 ('s Hage 1717, herdrukt te Amst. 1717). Hierin ‘een keurig overzigt der kerkelijke geschiedenis’ (Domela Nieuwenhuis). |
Lijkrede op Ds. H. Michels over 1 Petr. 5:2-4 (Amst. 1727, waarvan een nadruk op gemeen papier), uitmuntend ‘door gezonde tekstverklaring, vloeyenden stijl, en oratorische verheffing’ (Domela Nieuwenhuis). |
Jubilé-predikatie van de overlevering der Augsburgsche Confessie over Ps. 119:46 (Amst. 1730). Deze preek is niet vrij van uitlegging van Hebreeuwsche woorden. |
Lijkrede op Ds. Paulus Weslingh (Amst. 1732). |
Bovendien gaf hij een voorbericht bij den 2en en den 3en druk van Beudeker's Psalm- en Gezangboek.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Glasius, Godg. Ned., dl. I, blz. 501. - Domela Nieuwenhuis, Gesch. v.d. Amst. Luth. Gem., blz. 148, 152, 160, 161, 168. - Schultz Jacobi, Gesch. der Luth. gemeente te Rotterdam, blz. 306. - Domela Nieuwenhuis en Schultz Jacobi, Bijdr., dl. II, blz. 106; dl. III, blz. 150, 151; dl. IV, blz. 100; dl. V, blz. 26, 37, 41, 64-66, 141, 162; dl. VI, blz. 34; dl. VII, blz. 54, 81. - Pont, N. Bijdr., dl. I, blz. 13, 18, 19, 21; dl. III, blz. 92, 95, 97, 100, 104; dl. IV, blz. 134; dl. VI, blz. 66; dl. VII, blz. 11, 277. - Muller, Cat. v. Portr., no. 1791, 1792. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., dl. IV, kol. 630. - Cat. Luth. Sem., no. 1391.