[Hendrik Gann Dun]
GANN DUN (Hendrik) werd den 6en Augustus 1830 proponent bij het provinciaal kerkbestuur van Utrecht en was achtereenvolgens predikant te Balk (30 Jan. 1831-13 Oct. 1833), Veenendaal (20 Oct. 1833-29 Oct. 1843), Scheveningen (12 November 1843-28 Juni 1846), Vlissingen (5 Juli 1846-30 September 1849), Zwijndrecht (7 Oct. 1849-31 Aug. 1851), Harderwijk (7 Sept. 1851-24 Sept. 1854), Fijnaart (1 Oct. 1854-11 Jan. 1857, in welken tijd hij voor beroepen naar Katwijk aan Zee, Waarder en Axel bedankte), Scheveningen, 2e maal (18 Januari 1857-25 Sept. 1859), eindelijk, nadat hij nog beroepen naar Bennekom en Almkerk had afgeslagen, sinds 9 October 1859 te Renkum, dat hij diende tot zijn overlijden op 20 Juni 1868. Hij was een zeer geliefd prediker van beslist Gereformeerde belijdenis.
Van zijn hand verscheen in druk:
En gij zult mijne getuigen zijn. Leerrede over Hand. 1:8, gehouden te Scheveningen, 13 December 1857, ter bevestiging van W. Krayenbelt (Utr. 1858). |
Over de hooge waarde van de gemeenschap des H. Geestes. Leerrede naar aanl. van 2 Cor. 13:13 (Utr. 1858). |
Litteratuur: Boekzaal, passim. - Romein, Pred. Friesland, blz. 434.