[Ferdinand Henri Gagnebin]
GAGNEBIN (Ferdinand Henri) is den 3en December 1816 in het dorp Engollon, kanton Neuchâtel, geboren. Evenals zijn vader en grootvader wilde hij predikant worden, studeerde daartoe o.a. in Duitschland onder leiding van Harless, Neander en Hengstenberg, maar tijdens zijn verblijf te Berlijn overleed zijn vader plotseling en moest hij, als oudste zoon uit een groot gezin zonder fortuin, door lesgeven de geldelijke zorgen helpen verminderen; hierbij had hij veel te danken aan den Koning van Pruisen, die toen vorst van Neuchâtel was. Toch bleef Gagnebin studeeren en kon reeds den 2en November 1841 tot de Evangeliebediening worden toegelaten, maar vond door overvloed van proponenten niet dadelijk een vaste standplaats. Door directeur van een kostschool te worden, kon hij de opvoeding der overige kinderen uit het gezin bekostigen en tevens op 8 Juli 1846 een huwelijk sluiten met Charlotte Henriëtte Junod. Drie jaar later, in Juli 1849, mocht hij zich eindelijk aan zijn eerste gemeente, Planchettes, verbinden, die hij daarna verwisselde met Eplatures, ook in het kanton Neuchâtel gelegen, waar hij rustig arbeidde tot den 3en September 1856, den dag, die voor zijn later leven de grootste gevolgen had.
In 1848 was te Neuchâtel de republiek uitgeroepen, maar de Pruisische koning Frederik Willem IV had geweigerd, van zijn rechten afstand te doen, terwijl vele van zijn vroegere onderdanen hem heimelijk getrouw bleven. De hoofden van deze partij beproefden dien 3en September 1856 een tegenomwenteling tot stand te brengen, hetgeen echter mislukte en aan de republikeinsche partij aanleiding gaf, de voornaamsten der Koningsgezinden als gijzelaars gevangen te nemen, om aldus Frederik Willem te dwingen, van zijn rechten afstand te doen. Gagnebin, die als zeer Koningsgezind bekend stond, maar van de revolutionaire beweging onkundig was geweest, werd ook gevangen gezet en moest tot einde Januari 1857 de vrijheid missen, toen hij met zijn lotgenooten door tusschenkomst van Napoleon III werd ontslagen. Kort daarna vertrok hij met een opdracht van zijn partijgenooten naar Berlijn, waar de Koning hem de Hohenzollern-orde schonk, doch was niet te