Franeker beroepen werd. Wegens verzwakking van zijn verstandelijke vermogens richtte de Kerkeraad den 14en Juni 1641 tot de classis het verzoek, om den dienst bij provisie voor hem waar te nemen, waarop in Mei 1642 zijn emeritaat volgde. Bij resolutie van den 18en Maart 1643 stonden de Staten van Friesland hem nog gedurende zijn geheele leven een toelage van 100 caroli-gulden 's jaars boven zijn emeritaat toe. Den 22en Maart 1650 overleed hij aan een beroerte, ten gevolge van een schrik, hem door een krankzinnige aangejaagd.
Tweemaal is Focco gehuwd geweest, eerst met Magdalena Wilhelmius, daarna met Tijardka Gerbens, terwijl zijn zoon, die zich Johannes Phocylides ab Holwarda noemde, te Franeker het hoogleeraarsambt in de wijsbegeerte heeft bekleed. Een afbeelding van Focco door Savry is geplaatst vóór den 2en druk van zijn Proef-Praedicatien.
De volgende werken, thans meestal zeldzaam voorkomend, zijn van hem in druk verschenen:
Conciones solemnes de afflictionibus et liberationibus Christianorum in hocce Belgio, quoad periculum ab Heterodoxia et bellis continuis. (Franeq. 1643), 2 dln. |
Proef-Praedicatien ofte Voorbereydinge tot het H. Avontmael des Heeren (Fran. 1648; 2e dr. Leeuw. 1653). |
Nieuw-Jaars gift (Fran. 1649). |
Conciones miscellaneae, seu diversarum materiarum (Fran. 1650). |
Predikatien over het Geloof (Fran. 1652). |
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Romein, Pred. Friesland, blz. 229, 529. - Reitsma en Van Veen, Acta, dl. VI, blz. 253. - Cat. Burgersdijk en Niermans, no. 4843.