[Isbrandus Fabricius]
FABRICIUS (Isbrandus), zoon van Abraham Fabricius, eerst predikant te Twisk, later te Kampen, werd in 1669 in eerstgenoemde plaats geboren en studeerde te Leiden, waar hij 4 October 1689 werd ingeschreven. In 1693 nam hij als proponent een beroep aan naar Wilsum (niet: Winsum, gelijk Moonen abusievelijk vermeldt) en bleef daar tot hij in 1705 te Hasselt predikant werd, welke standplaats hij in 1714 voor Medemblik verliet. Hier is hij den 7en September 1724 in den ouderdom van 54 jaar overleden. In 1693 was hij gehuwd met Geertruyd Borcheer. Van hem zag het licht:
Nederlantse oordelen en rampen na een schriftmatige verklaringe van de twist godts met Israël ... betooght in de ... runt-vee sterfte, stormwinden ... tot bekeringe der Nederlanders (Alkmaar 1718).
De Bindinge Isaaks of Abrahams Offerhande op Moria betoogt, tot een gelovige beschouwinge van de ware offerhande van den Messias, en een voorbeeldige opwekkinge tot gelove in Godt, en een Godtvruchtige gehoorzaemheit van zijne beveelen (Alkmaar 1720). Dit werk bevat zeven leerredenen; volgens de Boekzaal zijn zij ‘alle wijtloopig bewrogt en zullen best in hunnen 't zamenhang, met genoegen gelezen worden.’
Litteratuur: Veeris en de Paauw, Pred. Nd. Holl., blz. 70. - Moonen, Pred. in Overijsel, blz. 48, 60. - Knappert, Gesch. N.H.K., dl. II, blz. 2, noot 2. - Boekzaal, Jaarg. 1720b, blz. 223; 1721a, blz. 105, 106; 1724b, blz. 393. - Cat. Burgersd. en Niermans, blz. 181. - Hs. Borger, i.v.