meringen, die hij als ambachtsheer had. ‘Met een opgeruimd gestel paarde hij liefdadigheid, hulpvaardigheid, minzaamheid, gulheid en rondborstigheid’. Egter stond te Wissekerke in hoog aanzien.
Den 28sten November hield de consulent der gemeente ds. A. Niermeyer, een gedachtenisrede op Egter, naar aanleiding van psalm 39:5-8.
Van hem zag het licht: Kort en echt verhaal van het gebeurde binnen de stad Goes sedert 20 Augustus tot 22 September 1795 (Goes, 1795).
Het wordt besproken door S. Dassevael in zijn Historisch dagblad van Zeeland, alsmede in de Vaderlandsche bibliotheek, dl. VIII, blz. 355.
Litteratuur: F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, enz. blz. 179-180. Boekzaal, 1841. blz. 811-813.