[Pieter Van Dijke]
Van Dijke (Pieter) werd geboren te St. Philipsland den 9den Juli 1812 als zesde kind uit het huwelijk van Adriaan van Dijke en Maria van Oeveren, die een boerenhofstede aldaar bewoonden. Hij trad den 30sten Augustus 1832 in het huwelijk met Pieternella Maria Mol. Zijne drie kinderen, in vier jaren tijds geboren, werden alle gedoopt in de Hervormde Kerk; ook hield hij er enkele godsdienstige gebruiken op na, maar zijn jeugd kenmerkte zich door baldadigheid en goddeloosheid. Door middel van het verkeer in conventikels onderging hij een totale geestelijke verandering; hij verkocht in 1842 zijn hofstede en vestigde zich in een andere woning. In aanraking gekomen met den bekenden Ds. J.H. Budding, toen deze St. Philipsland bezocht, werd de aandacht op hem gericht in de gemeente, waar laatstgenoemde predikte. Tengevolge daarvan ging hij daar prediken in den tijd, dat Budding gevangen zat. Ook elders leidde hij samenkomsten. Daar hij de boeten, hem hiervoor van overheidswege opgelegd, niet betalen kon - ze waren opgeloopen tot f 2800 - werd hij den 20sten Febr. 1843 te Zierikzee gevangengezet. Een verzoek om gratie, door eenigen zijner vrienden bij koning Willem II persoonlijk overgebracht, werd ingewilligd. Een kerkgebouw vroeger voor godsdienstoefeningen, al vroeger halverwege opgebouwd, werd nu voltooid. Intusschen bleef van Dijke ook elders voorgaan. Na kennismaking met Ds. L.G.C. Ledeboer werd hij door dezen, na door een bijeengeroepen vergadering geëxamineerd te zijn overeenkomstig art. 8 der Dordtsche Kerkorde, den 10den Maart 1849 bevestigd als predikant te St.-Philipsland, waarna hij zijn ambt aanvaardde (m. 2 Cor. III:5). Van toen af deed hij dienst in tal van Ledeboeriaansche gemeenten, waarvan er verschillende door hem in het leven zijn geroepen, o.a. die te Middelburg. Om zijn geïmproviseerde predikatiën uittespreken doortrok hij heel het land. Ook stroomde men van alle kanten met
vaartuigen saam om hem te hooren te St. Philipsland, waar in 1871 een grooter kerkgebouw voor hem gesticht werd. Vast tractement had hij nooit. Na toenemende verzwakking overleed hij den 3den Maart 1883. Bij zijn overlijden waren er 18 gemeenten, waarover hij als hoofd stond. Met deze gezamenlijk hield hij tweemaal per jaar of meer vergadering.
Van Dijke was een merkwaardig man, van wien in bepaalde kringen door het geheele vaderland, maar vooral in Zeeland, geestelijke invloed is uitgegaan. Hij kan genoemd worden als een der twee opvolgers van Ledeboer.
Van hem zijn bewaard 26 brieven, die men afgedrukt vindt blz. 144-182 in:
Het veelbewogen leven en de rijk gezegende arbeid van den nu zaligen Heer P. van Dijke, in leven Gereformeerd leeraar te St. Philipsland. Medegedeeld door eenige vrienden. Benevens eenige brieven. Met een Inleidend woord van den Weleerw. Heer D. Wijting, Predikant bij de Gereformeerde gemeente te Goes. Rotterdam. Z.j. |
|
Vgl. verder voor litteratuur: J.H. Landwehr, L.G.C. Ledeboer in zijn leven en arbeid geschetst, blz. 95-97, 109, 112, 120-127. |