Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2
(1908-1918)–Jan Pieter de Bie, Lambregt Abraham van Langeraad, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend[Jacob Hendrik van den Doorslag]Doorslag (Jacob Hendrik van den) werd geboren te Utrecht den 30sten November 1749 uit het huwelijk van Mr. Anthony van den Doorslag, advocaat aldaar, en Marie Elisabeth Droghoorn. Hij studeerde aan de academie zijner vaderstad (waar zijn naam echter in het Album Studiosorum niet voorkomt). Den 14den Aug. 1770 praeparatoir geëxamineerd te Utrecht, en den 29sten Maart 1771 peremtoir te Wijk (door Ds. Jac. Kneppelhout van Doorn) deed hij den 28sten April d.a.v. zijn intrede te Overlangbroek (met Deut. XXXII:2, 3a), na bevestigd te zijn door Prof. Fr. Burman van Utrecht (met 1 Petr. V:2-4). Den 6den September 1772 nam hij afscheid van zijn eerste gemeente (met 1 Thess. IV:1, 2), om den 27sten Sept. bevestigd te worden te Abcoude door Ds. H. Schouw, pred. te Utrecht (met Jes. LXII:1) en intrede te doen (met Deut. V:31). Hij bleef er tot 1775, in welk jaar hij vertrok naar Goes, waar hij den 13den Augustus bevestigd werd door Ds. J. ZoutmaatGa naar voetnoot1) aldaar (met 1 Petr. IV:10, 11) en intrede deed (met 1 Cor. I:23, 24), na den 30sten Juli afscheid te hebben genomen van Abcoude (met 2 Cor. XIII:11). Den 17den Aug. 1777 predikte hij afscheid te Goes (met 1 Thess. III:12, 13), en den 31sten Aug. d.a.v. deed hij intrede te Dordrecht (met 2 Cor. IV:1, 2), na bevestigd te zijn door Ds. P. Bosveld aldaar (met Luc. XII:35-38). Van den Doorslag stond als predikant in hoog aanzien, zoowel om zijn persoonlijke eigenschappen als om zijn degelijke en aantrekkelijke prediking. Om zijne kanselgaven behoorden hij tot de vermaarde redenaars van zijn tijd. Andere stadsgemeenten, Leiden, Amsterdam, 's Gravenhage begeerden hem, maar hij bleef de Dordtsche gemeente met toewijding en trouw dienen tot hij in September 1817 werd getroffen door een aanval van een beroerte en zijn arbeid moest opgeven. Wel herstelde hij in zoover dat hij nog een paar jaren zijn bediening kon waarne- | ||||
[pagina 556]
| ||||
men; maar zijn vijftigjarige Evangeliebediening kon hij niet meer in het openbaar gedenken; ook verlieten hem zijn vroegere helderheid van geest en gemakkelijkheid van spreken. Dientengevolge werd hem bij Kon. Besluit van 27 Oct. 1821 op zijn verzoek emeritaat verleend; in den kerkeraadsvergadering van 25 April 1822 werd hij op eervolle wijze losgemaakt van zijn ambt in de gemeente. In zijne laatste levensjaren bleef hij zich toonen een oprecht Christen, ook te midden van toenemend lichaamsverval, veroorzaakt door herhaalde aanvallen van beroerte. Den 24sten Mei 1826 overleed hij. Grondig geleerde en menschenkenner, was hij bepaaldelijk ook in kerkelijke zaken zeer ervaren. Door Z.M. den Koning werd hij benoemd tot lid van het Prov. Kerkbestuur van Z.-Holland. Ook werd hij geplaatst aan het hoofd van het Classicaal Bestuur van Dordrecht. Zijne ongesteldheid noopte hem ten slotte hiervoor te bedanken. Hij was in 1780 gehuwd met Magdalena Cornelia Buck, weduwe van Mr. Herman Cornelis de Witt, Oud-Raad en Hoofdofficier der stad Dordrecht. Zij overleed in 1803, zonder hem kinderen te hebben geschonken. De dochter uit haar vorige huwelijk, aan wier opvoeding van den Doorslag zijn zorgen besteedde, is later gehuwd met Mr. H.P. Hoog, Lid van de Rechtbank en Raad van de stad Dordrecht. Er bestaat van van den Doorslag een portret (gegrav. d. P.H.L. van der Meulen) met Hollandsch onderschrift van 4 regels en een in silhouet (zie: J.F. van Someren, Beschrijv. Catal. enz. No. 1487, 1488).
Van hem zag het licht:
Litteratuur: v.d. Aa, a.w.i.v. - Glasius, Godgel. Ned., i.v. - N. Nederl. Biogr. Woordenboek (red. Dr. Molhuysen en Prof. Dr. Blok). I, kol. 740. - Boekzaal. Jrg. 1770b, blz. 264, 265; jrg. 1771a, blz. 214, 215, 350, 351, 611; jrg. 1772b, blz. 127, 262, 263, 404, 533; jrg. 1775a, blz. 275, 277, 366, 367; jrg. 1777a, blz. 696, 697; b, blz. 245, 246, 409, 410; jrg. 1781b, blz. 643; jrg. 1782a, blz. 508-517; jrg. 1789a, blz. 206; jrg. 1795b, blz. 495, 504; jrg. 1801b, blz. 137-151; jrg. 1821a, blz. 767; jrg. 1822a, blz. 605; jrg. 1826a, blz. 778-782, 797. - J. ab Utrecht Dresselhuis, De Herv. Gem. te Goes en hare leeraren in 1846 .... Benevens eene naamlyst der Herv. Pred. te Goes, sedert het begin der Herv. tot 1847, p. XXIX. - G.D.J. Schotel, Kerkel. Dordrecht blz. 602, 604: II, blz. 588-590. - De Navorscher. LIII (Jrg. 1903), v. Alphen, N.K. Handb. Jrg. 1907, Bijl. Q, blz. 112, 113; jrg. 1909, Bijl. Q, blz. 130; jrg. 1910, Bijl. S, blz. 150, 163. - v. Abkoude-Arrenberg, Naamreg. v..... Nederd. boeken (2de dr. 1788), blz. 147. - Catal. der Bibl. v.d. | ||||
[pagina 557]
| ||||
Maatsch. der Ned. Lett. te Leiden. II, kol. 202. - Alphab. Naamlijst v. Boeken - 1790 tot .... 1822 - in N. Nederl. (ten verv. op R. Arrenberg), blz. 140. |
|