ook het plan bij hem om een topographische geschiedenis van Vlissingen te schrijven. Deze was grootendeels voltooid toen hij bij voortgezet onderzoek op het Rijksarchief te Middelburg kennis maakte met de oude grafelijke rekeningen; was hij tot nogtoe Verheve van Citters gevolgd met diens eilandentheorie en ab Utrecht Dresselhuis met diens vaak niet zeer betrouwbare conjecturen, toen Dommisse de bronnen leerde kennen begreep hij op den verkeerden weg te zijn en ving hij zijn onderzoek opnieuw aan. In de gemeenten, door hem gediend, ordende hij de kerkelijke archieven en herstelde en bewaarde hij zooveel mogelijk de kerkelijke antiquiteiten.
Hij was een man van veelzijdige kennis en wetenschap en volhardende studie, die tot op hoogen ouderdom gearbeid heeft. Dat zijne verdiensten werden erkend blijkt uit zijne benoeming tot lid van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen den 12den April 1899, tot ridder in de orde van Oranje-Nassau den 23sten Maart 1907 en tot lid van het Historisch Genootschap den 13den December 1908. Sinds den 12den April 1899 was hij lid van het Zeeuwsch Genootschap.
Hij huwde in November 1864 met Wilhelmina Jacoba Mortier, dochter van Pieter Mortier en Jacoba Petronella Riemens.
Hij schreef:
Het dwaze Gods wijzer dan de menschen bewezen in Jeruzalems herstelling gestaafd op het gebied van het Christelijk Onderwijs. Leeuw. 1867. gr. 8o. |
|
De worsteling en wording der Hervormde Gemeente te Vlissingen. (Gedicht met histor. aanteek.) Vliss. 1872. 8o. |
Negen Leerredenen opgenomen in verschillende jaargangen van de Stuiverspreeken. Uitg. A. Mulder, Delft.
Open Brief aan de kerkelijke liberale kiesvereeniging te Oostburg. 1875.
In de werken van het Zeeuwsch Genootschap (jrg. 1904) verscheen van hem:
Onderzoek naar de eerste omwalling en omgeving der stad Middelburg (met 3 schetsteek. en 3 uitslaande platen). |
In jrg. 1910:
De Ambachtsheerlijkheid Oud-Vlissingen en de wording van Nieuw- Vlissingen (met 2 uitslaande platen). |
|
In Archief, vroeg. en lat. meded. voorn. in betr. t. Zeeland. Jrg. 1913, blz. 1 v.v. |
|
Eenige grafschriften uit de afgebrande St. Jacobskerk te Vlissingen. |
Litteratuur: Album Stud. Acad. Rh.-Traj., kol. 406. - F. Nagtglas, Levensberichten v. Zeeuwen (verv. op de la Rue ‘Gelett., Staatk. en Heldh. Zeeland’). I, blz. 160. - R. Fruin, In Memoriam P.K. Dommisse in ‘Nederl. Archievenblad, Orgaan v.d. Vereen. v. Archivarissen in Nederl.’ 24ste Jrg. 1915-16, No. 2, blz. 41-43. - Stemmen v. Waarh. en Vrede, Jrg. 1863, blz. 225; jrg. 1864, blz. 703; jrg. 1865, blz. 57; jrg. 1868, blz. 514, 521; jrg. 1870, blz. 538, 631, 823, 965; jrg. 1876, blz. 703, 1058, 1059, 1184, 1418; jrg. 1882. I, blz. 478, 599; II, blz. 118, 122. - Kerkelijke Courant. Jrg. 1905, No. 9. - N.K. Handb. Jrg. 1907, Bijl. Q, blz. 183;