N.-Hollandsche, welke 14 Juni 1605 te Alkmaar gehouden werd, waar de excommunicatie van Casp. Coolhaes aan de orde zou worden gesteld, welke echter niet is geschied. De Z.-Hollandsche synode te Rotterdam van 30 Aug. 1605 wees hem met Hommius, Fr. Lansbergen en Joh. Dibbetius aan tot Gedeputeerden.
Hij was een overtuigd tegenstander van Arminius, aan wien hij in 1603 een brief schreef, die dezen ‘niet in alles wel behaecht heeft’, en waarop Arminius weer antwoordde ‘soo 't behoorde.’ Hij huwde te Delft den 22sten April 1592 met Jenneke Wijnantsdr., kamenier van ‘de Genadige juffrouw van Oranje’, en was de vader van Thomas Dolegius, als proponent in 1628 beroepen te Schellingwoude en Durgerdam en aldaar in 1633 overleden, en de schoonvader van D. Rolandus, van 1634 tot 1660 predikant te Oud-Beyerland.
Geschriften zijn van hem niet bekend.
Litteratuur: Mr. J. de Wal, Nederlanders en pers., die. later met Nederland in betrekk. stonden, studenten te Heidelberg en Genève sed. het begin der Kerkherv. in ‘Mededeel. ged. in de vergad. v.d. Maatsch. der Ned. Lett. te Leiden’. 1864-1865, blz. 199. - M. Soermans, Kerk. Register v. Z.-Holl., blz. 36. - Dez., Synod. Register, blz. 33. - v. Alphen, N.K. Handb., Jrg. 1907, Bijl. Q, blz. 110. - Beschrijving der Stadt Delft, behelzende een zeer naaukeurige en uitvoerige verhandel. van desz. eerste oorsprong, enz. door Verscheide Liefhebbers en Kenners (uitg. R. Boitet, MDCCXXXIX), blz. 440. - Reitsma en v. Veen, Acta der Prov. en Part. Syn. I, III, (reg.). - H.Q. Janssen en J.H.v. Dale, Bijdr. t.d. Oudheidk. en Geschied., inzond. v. Zeeuwsch Vlaand. V, blz. 294, 297. - A.A. van Schelven, art. Dan. v.d. Dolegen in ‘N. Ned. Biogr. Woordenb.’ (red. Dr. Molhuysen en Prof. Dr. Blok), kol. 292. - P.J. Wyminga, Festus Hommius, blz. 28, 29, 40, 41. - J. Hania, Wernerus Helmichius, blz. 56, 248, 249. - Werken der Marnix-Vereeniging (verz. en uitgeg. d.H.Q. Janssen en J.J. van Toorenenbergen). S. III, Dl. IV, blz. 187; Dl. V, blz. 321, 358, 361.