Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2

[Oom Jacob Dirksz]

Dirksz (Oom Jacob), was in het laatst der 17de eeuw oudste leeraar bij de Doopsgezinde Waterlandsche Gemeente te Wormerveer, vanwaar hij ook afkomstig

[p. 503]

was. Hij aanvaardde er den dienst den 26sten Januari 1648, en nam dien waar tot zijn overlijden den 22sten October 1689.

Hij is de schrijver van:

Eenige Predicaiien tot Boete, en Beteringe des Leevens, in deezen droevigen tijd des Oorlogs, en gemeenen nood des Vaderlands, aan alle Landsgenooten in 't gemeen tot Leeringe, en Vermaeninge voorgesteld. Werd in 1673 uitgeg. door hemzelf zonder zijn naam; na zijn dood herdrukt met bijvoeging van zijn naam. Amst. 1697. 4^o.

De Christelyke Huisvader, raekende den Pligt der Geloovige Ouderen, beneffens hunne Kinderen, om die in de Godzaligheid te onderwijzen, en in de vreeze Gods op te trecken. (Door A.J.D.V.W.V.) Amst. 1677. 8^o.

Vijf Predicatien over eenige duistere, of anders Disputable Schriftuurplaatzen in den Zendbrief des Apostels Paulus aan de Gemeente Jesu Christi te Romen; dienende met eenen tot Openinge van denzelven Zendbrief, mitsgaders van den waar en Christelijken Godsdienst. Amst. en Hoorn. 1678. 4^o.

Een Allegorisch-Historisch Verhaal van het Edel, en Magtig Koningryk van Salem, mitsgaders van deszelfs Edelen Koning, en zijne volmaakte Deugden, en van de Reize tot het zelve. Voorgesteld in maniere van Zaamenspraeke tusschen Historicus Waarmond en Reislust Weetgeerszoon. Tot stichtinge beschreeven door O.J.D. van W.V. Amst. 1683. 12^o. (vercierd met plaatjes van Jan Luiken).

Ook zijn van hem verscheiden Gedichten opgenomen in C. Stapels ‘Lusthof der Zielen.’

Litteratuur: H. Schijn, Uitvoeriger Verhandeling van de Geschied. der Mennoniten. II, blz. 653, 654. - [M. Schagen], Naamlyst der Doopsgez. Schrijveren en Schriften. (MDXXXIX-MDCCXLV), blz. 29, 30. - v. Abkoude, Naam Reg. v. Ned. Boeken. I. st. III, blz. 58. - J.C. Adelung, Fortsetz. u. Ergänz. zu C.G. Jöchers Gelehrten-Lex. II, kol. 697. (i.v. Dieterici). - Catal. Fred. Muller, 12 Nov. 1857. No. 613, 614. - Catal. v.d. Biblioth. der Vereen. Doopsgez. Gem. te Amsterdam. II, blz. 269. - J.I.v. Doorninck, Biblioth. v. Nederl. Anon. en Pseudon. No. 636, 2058, 2126, 3660, 3661.