1619 deed hij dienst als predikant bij de Waalsche gemeente te Delft, in welke plaats hij later als rector fungeerde. Hij was nog in leven in 1635.
Hij schreef:
Suada Delphica sive Orationes LXVIII varii argumenti, studiosae juventuti manuductio ad artem oratioriam. Amst. 1655. Ed. nova revisa et emendata. Amst. 1709. |
Mercurius Batavus, seu epistolarum liber. Delph. 1635. - (Hiervan bestaan ook verscheidene herdrukken). |
Epistolarum libri IV. Delph. 1633. Met het voorgaande geschrift een zeer belangrijke collectie brieven. |
Er bestaat een portret van hem, gegraveerd door Suyderhoef.
Litteratuur: v.d. Aa, ll. dl. III. blz. 392.