Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2

[Jacobus Nicolaas Creyghton]

Creyghton, Creijghton, Creigton (Jacobus Nicolaas) werd geboren te Leeuwarden als zoon van Johannes, predikant aldaar in 1705¹⁾. Hij studeerde te Leiden, werd proponent in de classis Haarlem en den 12den Mei 1732 beroepen te Rhoon. Peremptoir geëxamineerd den 15den Augustus d.a.v., werd hij hier den 3den September ingeleid tot zijn dienstwerk door zijn vader, die bij deze gelegenheid sprak over 2 Cor. IV:5. Hij aanvaardde zijn werk met Colos. I:25-28. Hij bleef hier werkzaam tot den 25sten October 1733, toen hij afscheid nam met 1 Cor. II:1-5. Achtereenvolgens arbeidde hij te Harlingen (ber. den 13den Sept. 1733, intree den 8sten Nov. met Rom. XV:30-33) en te Haarlem (ber. 30 Mei 1738, bevestigd door Tiberius Arnoldi den 16den Augs. met 2 Tim. IV:2-5. Intree-tekst 2 Cor. IV:5-7). Hij stierf hier den 21sten Augs. 1756.

Hij opende de synode van N. Holland, die den 31sten Juli 1753 te Haarlem vergaderde, met een leerrede over Hebr. 2:23-25.

Van hem zag het licht: Kort begrip van de meest aanmerkenswaardige zaaken, voorkomende in de Nederl. Historiën, sedert het jaar 1555, tot het sluyten der vrede te Utrecht in 't jaar 1713, enz. door J.N. Creyghton, in dichtmaat gebracht door A. van Beaumont. Haarlem 1758.

Litteratuur v.d. Aa, ll. dl. III blz. 847. (Uitgebreid).

1) Deze opgave (cf. v.d. Aa, ll. dl. III. blz. 847) strookt niet met die, welke voorkomt in het Alb. Stud. Acad. L.B. Immers vinden we hier; kol. 872, onder 22 Jan. 1721: ‘Jacobus Nicolaus Creigton. Leovardiensis 20. T. Hon. e.’ Buiten twijfel wordt hier dezelfde persoon bedoeld.