In 1749 werd hij uit zijn ambt ontzet. In de Boekzaal is over dit ontzet niets te vinden, maar wel vinden we daar (cf. 1747b blz. 326), dat in September deze plaats vacant werd en dat er den 17den Juni 1750 beroepen werd door den prins van Oranje, als patroon der kerk, Ludovicus Hamester (cf. Boekzaal 1750a, blz. 716). Hij schreef:
Lijkrede op C. Schaap (over 2 Petr. II:9). Deze lijkrede zag het licht te Hoorn in 1734. (Schaap stierf den 2den Sept. 1734, toen hij nog geen 4 maanden te Oost- en Westblokker was werkzaam geweest. Het korte levensbericht van hem in de Boekzaal 1734b blz. 388-389, is ook van de hand van ds. Crajenhof afkomstig. |
De korte weg der zaligheid. Deventer 1737. |
Neerlands langgewenschte en hoog-tijdig heil-uur geboren, en met veel genade toegeroepen uit Zacharia IV:7, in een leerreden uytgesproken op den 28 Mey 1747, by de algemeene juychende verheffinge van W.C.H. Friso. Harderw. 1747. |
Litteratuur v.d. Aa, ll. dl. III. blz. 815. (Uitgebreid). Waar v.d. Aa, t.a.p. meedeelt dat Crajenhof ook predikant is geweest te Oostzaandam, daar berust zulks op een dwaling. Immers vóór hij te Ursem kwam, moest hij eerst nog peremptoirexamen doen, wat bewijst dat hij toen nog nergens dienst had gedaan.