Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2
(1908-1918)–Jan Pieter de Bie, Lambregt Abraham van Langeraad, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend
[pagina 274]
| ||
hij candidaat tot den H. dienst in de classis Groningen en 't Gorecht, den 11den Maart 1806 en reeds den 12den Mei werd hij beroepen te Ferwerd, om hier, na den 16den Juni peremptoir te zijn geëxamineerd, den 17den Augustus te worden bevestigd door zijn vader met 1 Petr. V:2, 3 en 4. Zijn werk aanvaardde Corstius, sprekende over Handel. IV:12. - Hij was achtereenvolgens werkzaam te Garsthuizen (afsch. te Ferwerd 31 Jan. 1808; intree 14 Febr. met Ezra IV:1; bevestiger zijn broeder uit Stedum met Johs. IV:14); te Hoogezand (ber. 7 April 1811; bev. den 12den Mei door Ds. Oosterleek met Jac. I:21b; intree tekst 2 Cor. IV:17); Enkhuizen (afsch. te Hoogezand 26 Maart 1822 met 1 Thess. II:1; bev. 14 April door Ds C. van Tricht met Lc. 24:47; intree-tekst 1 Cor. 13:1-3); Amsterdam (ber. 24 Juni 1828; afsch. 28 Sept. met Efese VI:23 en 24; bevestigd door Ds. A.H. ter Hoeven den 12den Oct. met 1 Cor. IV:16 en 17; intree den 15den Oct. met Efeze V:28). - Te Amsterdam overleed Corstius den 12den Juli 1847, ten zeerste betreurd door de gemeente, die hem liefhad. ‘Door een getrouwe en gemoedelijke Evangelieprediking, door nauwgezette en ijverige vervulling zijner herderlijke pligten, en door hartelijke en onvermoeide deelneming aan alles, wat tot beoefening van geloof en godzaligheid strekken kon’ heeft hij zijn ambt waardig vervuld, terwijl hij door zijn betrekking als secretaris van het tractaatgenootschap en door zijn veelvuldige geschriften trachtte nuttig te zijn.’ Ook onder ‘zijn ambtgenooten was Corstius zeer gezien en geacht, door zijn nederigheid, voorkomende vriendelijkheid, hulpvaardigheid, medewerking en Christelijke gezindheden.’ Hij schreef:
De ware vergenoegdheid voor alle menschen verkrijgbaar, of lessen van christelijke levenswijsheid. 2 dln. Gron. 1825. - Euthanasia, of christelijke voorbereiding voor den dood. 2de dr. 2 dln. Gr. 1824. Spreuken van onzen Heer Jezus Christus, in Christelijke vertoogen. Gr. 1825. Christelijke raad en troost in donkere dagen; een woord uit het hart tot het hart van allen, die goeden raad en troost noodig hebben en ontvangen willen. Amst. 2 st. 1822. Over de wedergeboorte en heiligmaking, zijnde een vervolg eener Proeve van bijdragen tot de zede- en beoefeningsleer van het Christendom. Amst. 1832 en 34. 2 dln. Proeve van bijdragen tot de zede- en beoefeningsleer van het Christendom. De wandel met God, in de gemeenschap met onzen Heer Jezus Christus. Amst. 1837. 2 dln. Eubiosis, of het christelijk welleven. Godsd. overdenkingen ter bevordering van wezenlijk en duurzaam geluk. Leid. 1843, 2 dln. Eenvoudig onderwijs. Tegen dit boekje van Corstius, en tegen andere geschriftjes over godsdienst-onderwijs van S.D. de Keizer; J.C. Fabius; J. Prins en M. van Meeteren, schreef Z.H. van der Feen zijn Waarschuwend onderrigt omtrent het Eenvoudig onderwijs in de christel. leer .... Amst. 2 st. 1834, en naar aanleiding hiervan weer zag, in 1836 te Amsterdam het licht: Broederlijke aanmerkingen tegen den broeder Z.H. van der Feen, door H.K. Van der Aa, ll. dl. III vermeldt op blz. 742 nog: De kennis van onzen Heer Jezus Christus, of christelijke beschouwing van zijn persoon en leven, leer en daden, dood en heerlijkheid. Amst. 1827. De brief van Paulus aan de Efeziërs, in bijbeloefeningen. Amst. en Gr. 1830. | ||
[pagina 275]
| ||
Vele der door Corstius vervaardigde geschriften werden eens of meermalen herdrukt, wat als een bewijs gelden mag hiervoor, dat ze gelezen werden. Bijdragen van hem komen ook vele voor in het Maandschrift uitgegeven door den ring van Amsterdam. Zoo bv. in no. 6, jg. 1847 een artikel over Eeuwig-leven. - Verder werkte hij nog mee aan den Bijbelschen Almanak. Zijn Christendom was meer ascetisch dan leerstellig; vooal lei hij nadruk op een practische toepassing van het Christendom in het leven. Litteratuur: v.d. Aa, ll. dl. III, blz. 741-42 (uitgebreid). |
|