Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2

[Alphonce Pierre Antoine du Cloux]

Cloux (Alphonce Pierre Antoine du) zag het levenslicht ten jare 1808, en werd, na volbrachte studie aan de Groningsche hoogeschool, als candidaat in de godgeleerdheid en letteren, den 4den Augustus 1830 door het provinciaal kerkbebestuur van Drenthe, tot de evangeliebediening toegelaten. Beroepen te Vierhuizen den 28sten Februari 1832 werd hij hier den 13den Mei bevestigd door G. Palmer Houwerzijl pred. te Jukwerd, met 1 Tim. III:1, terwijl de bevestigde zijn ambt aanvaardde met Gal. VI:14a, ‘ten betooge, dat in de voortreffelijke bediening des woords, alleen het kruis van Christus, het voorwerp van roemen voor den leeraar moet zijn.’ Hoe du Cloux zijn ambtsbezigheden opvatte en dat hij een beslist voorstander was van de leer der vaderen, bleek aanstonds bij zijn eerste optreden, en aan datgene wat hij als zijn roeping en plicht beschouwde, is hij voortdurend getrouw gebleven. Hij wilde goed Gereformeerd zijn, dit bleek uit zijn werk, uit zijn woord.

Achtereenvolgens is hij predikant geweest te Losdorp 1837, te Oldebroek 1851, te Oud-Alblas 1856, te 's Grevelduinkapelle 1857, vanwaar hij in Augustus 1864 beroepen werd naar Spijk (Groningen, classis Appingadam). Hij preekte afscheid te 's Grevelduinkapelle den 27sten November met Handel. XX:26 en 27 en begon, na door zijn neef ds. J.J. Boerma te zijn ingeleid met Rom. X:15b, zijn dienstwerk in zijn nieuwe gemeente met 1 Cor. IV:5. Du Cloux werd emeritus den 1sten Sept. 1873 en stierf den 30sten Juli 1890.

Van hem zag het licht:

Het gerevideerde algem. reglement voor het bestuur der Herv. kerk in Nederland, met eene inleiding en aanteekeningen. Gron. 1848.

Concept-protest in te leveren tegen het gerevideerd reglement voor het bestuur der Herv. kerk in Nederland met een voorberigt. Gron. 1848.

Vrijmoedig woord aan de Herv. gemeenten over de toeligting van het gerevid. alg. regl. voor het bestuur der Herv. kerk in Nederl. door een lid der Synode. Gron. 1849.

Bijbelsche historievragen, tot gebruik van catechisatiën. 2de dr. Rott. 1862.

De waarachtige bekeering des zondaars. Leerrede over 2 Chron. 33:13b. Rott. 1861.

Drietal leerredenen over Lucas IX:57-62. Rotterd. 1862.

Een woord aan allen, die het heil der kerk ter harte gaat. Naar aanleiding van Matth. III:10. Overgedrukt uit het tijdschrift: de Wachter op Sions muren. Gorinch. 1853.

Het gebed om wijsheid op dat men op zijn einde leert merken. Leerr. over Deut. 32:29. Rotterd. 1860.

Het heerlijk voorregt van hen die God liefhebben. Leerr. over Rom. VIII:28. Rotterd. 1861.

Het volgen van Jezus in eigene kracht. Leerr. over Luc. IX:57 en 58. Rotterd. 1861.

Leerredenen (Eerste zestal). Rotterd. 5e dr. 1857. Leerredenen (tweede en derde zestal). Rotterd.? - Id. Vierde zestal (Oldenbroek 1855). - Id. Vijfde-, zesdezevende zestal. Rotterd. 1857.

Sterkte in God. Leerr. over 1 Samuel 30:6b. Rotterd. 1861.

[p. 172]

Twaalftal leerredenen. Rotterd. 1858.

Twaalftal lijdensstoffen. Rotterd. 1859-60.

Twee vragen des tijds. Wat deden vele regtzinnige leeraars en leden der Ned. Herv. Kerk tot nu toe? en wat moeten wij thans doen? Gorinch. 1855.

Viertal leerredenen, bij gelegenheid van het Kerstfeest. Rotterd. 1857.

Viertal leerredenen, bij gelegenheid van het Paaschfeest. Rotterd. 1858.

Zijt altijd bereid tot verantwoording, aan een iegelijk, die u rekenschap afeischt. Een woord (naar aanleiding van 1 Petri III:14b en 15) gegeven in antwoord op de vraag door de redactie van de Morgenster aan mij gedaan. Gorinchem 1854.

Leerrede over Jesaja 52:7. Uitgegeven ten voordeele van een weldadig doel. Utr. 1874.

Twaalftal leerredenen. Rotterd. 1867. 2e Serie. No. 1-12.

Hij schreef een voorwoord voor: De leer van Dr. J.C. Zaalberg Pzn. in lijnregte tegenspraak met de leer der Hervorming, afgeleid uit zijnen strijd met de Heeren A. Frentrop en J.C.H. Muré, door een lid der Vereeniging van vrienden der Waarheid, afd. 's Gravenhage. .... 's Gravenhage 1856. - Opwekking aan de Christenen in de Nederl. Herv. Kerk tot gemeenschappelijke strijdvoering tegen de dwalingen, in de kerk ingedrongen en door de besturen der kerk tot nu toe geduld. 2e dr. Rotterd. 1854.

Geesjen Pamans, Gods genade verheerlijkt, of echt verhaal van geestelijke bevindingen enz. tot eer van God en stichting van den evenmensch, uitgeg. naar Bentheimsche kerkeorde. Op nieuw uitgeg. en met een voorrede voorzien door A.P.A. du Cloux. Arnh. 1855. - B. Philpot, Leerredenen. Eerste tot derde viertal ..... Heeg. 1857. - De kerkelijke strijd bij de Nederd. Herv. gemeente te Middelburg, sedert de maand Sept. 1855. Rott. 1857. - Verslag over het ontstaan en de aanvankelijk verrigte werkzaamheden der vereeniging: Hebt acht op u zelven en op de leer, gevestigd te Rotterdam. Met voorwoord en naschrift van A.P.A. du Cloux. Gor. 1854. - M. de Bruyn, Het ziek- en sterfbed van Margaretha Christina de Bruyn, geb. te 's Gravenhage, den 4en Jan. 1857, en aldaar overleden den 5en Aug. 1864. 's Gravenhage 1865.

Welk geschrift van du Cloux men ook leze, steeds openbaart zich dezelfde geest, die doortrokken is van de leer der vaderen, als de volijverige verdediger van de leer der Gereformeerde kerk, staat hij steeds en immer op de bres, en waar hij voor haar gevaar vreest, daar laat hij niet na zijn waarschuwende stem te doen hooren. In de verschillende gemeenten, die hij achtereenvolgens diende, was hij zeer bemind èn om zijn preeken èn om zijn werkzaamheden, die hij verrichtte.

Tegen hem kwam o.a. uit: Open brief aan A.P.A. du Cloux, naar aanleiding van eenen brief door zijn Eerw. geschreven aan zijnen vriend G. Besselaar te Rotterdam, en medegedeeld in het ‘kerkelijk tijdschrift’, 4en jg. 1850, no. 11 en 12. 's Hertogenbosch 1861.