Van hem kan getuigd worden, dat hij een uitmuntend redenaar was. Zijn portret werd gegraveerd door Endlich met dit bijschrift: Flexanime sermone potens.
Te Londen sloot Châtelain innige vriendschapsbanden met Jacques Claude, en toen deze in 1712 stierf, schreef hij van hem eene levensgeschiedenis, die geplaatst is voor de uitgave van zijn Oeuvres. Een biographie van Jacques Bernard (la vie de Jacques Bernard) schreef hij als inleiding voor diens tractaat: De l'excellence de la religion Chrétienne.
Nog heeft men van hem:
Sermons sur divers textes de l'Ecriture sainte. 6 vol. (Hiervan bestaan verscheidene drukken). In het Duitsch overgezet, zagen ze het licht in 1746 te Maagdenburg. In onze taal werd ze vertaald door F. de Haas, onder het opschrift: Verzameling van leerredenen. Amst. 1754. In deze uitgave vindt men een bericht van des schrijvers leven. Ook is er een editie van 's mans preeken: Predikatien. Amst. 1749. 2 dln. |
Er bestaat ook een Lettre circulaire de l'Eglise Wallonne d'Amsterdam, au sujet du remplacement provisoire de M. Henri Châtelain, à cause d'infirmité, par M. Trembley, reçu Apôtre à Genève, en d. du 29 Mars 1740. |
Litteratuur: La France Protestante. 2me. éd. T. IV, Col. 115 en 116. - Boekzaal 1743b, blz. 246 en 247. - v.d. Aa, ll. dl. III, blz. 329. - De data voorkomende in de twee laatstgenoemde werken, stemmen niet altijd overeen met die in la France Protestante. Als meer nauwkeurig, zijn deze hier gevolgd.